'Ik schiet omhoog. Genadeloos schijnt de zon op mij neer. Ik kijk om mij heen. Niemand. Waar zijn ze? Dan hoor ik geschreeuw van het plein. Ik krabbel op en kijk zoekend rond. Mijn geweer en een van mijn messen is weg. Ik trek het andere mes uit mijn schoen en sprint naar het plein, de pijn in mijn hoofd negerend.' Het is 2050. Het begon een paar maanden geleden. Een ziekte veroverde de aardbol. Alle mensen ouder dan 18 jaar stierven. Kinderen proberen in stammen te overleven in kapotgeschoten en uitgebrande steden. Buiten een stam vallen is gevaarlijk. Buitenstaanders doen niet mee. Demi groeit op in zo'n stam. Samen met een groep andere tieners probeert ze de rust te bewaren. Maar hoe kan je dat doen als je zelf nog een puber bent? Met andere stammen op te loer, met je eigen typische tienerproblemen en met een tekort aan eigenlijk alles?