Ik keek het publiek in en zag allemaal mooie meisjes, gillende meisjes, meisjes met mobiel, meisjes met camera. Ze schreeuwde mijn naam, trots keek ik in de rondte. Dat ik hier mag staan is toch ongelovelijk? Mijn ogen dwalen het publiek door, dan blijft mijn blik hangen bij een meisje, dat zal haar toch niet zijn? Wat doet zij hier? Zij hoort hier niet! Ik was haar net vergeten.
Daar staat ze, aan de zijkant van het publiek, ze heeft een staplaats. Ze staat een beetje verveelt tegen de muur aangeleund. Ze kijkt een beetje moeilijk om zich heen, wat doet zij hier?
De bankzitters worden pleegouders en krijgen een pleegkind bij hun in huis. Ze lijkt onschuldig, maar er gebeurt al snel veel. Kunnen de bankzitters haar nog helpen?
TW!
sh
zelfmoordgedachten/pogingen
ed
depressie
eventueel grof taalgebruik