Diede Schipper groeit op in het 17e eeuwse Amsterdam. Ze is gek op de zee en de schepen die aanmeren in de haven, maar ze kan geen kant op. Dan komt de Hollansche Tuijn binnenvaren en ze besluit, uit wanhoop om wat extra geld te verdienen voor haar zieke vader, zich met behulp van haar beste vriend Hendrik te vermommen en aan boord van het schip te gaan. Maar vreemde dingen gebeuren om haar heen, al voordat ze überhaupt haar taak als Scheepsjongen op zich kan nemen. Visioenen, mistvlagen en noodlottige toevallen teisteren haar en niet alleen in haar slaap. Is ze gek aan het worden of heeft het iets te maken met het schip en de twee jongens die zomaar haar leven binnen kwamen varen?