''Ik kan je laten leven, op één voorwaarde.'' Een grijns gleed over zijn gezicht en mijn hart bonsde in mijn keel. ''Wat?'' fluisterde ik. Hij bracht zijn lippen naar mijn oor. ''Jij word mijn huurmoordenaar. Jij rekent voor mij af met iedereen die ik wil. Doe je dat niet, dan ga je er alsnog aan. Wat vind je daarvan?'' Ik zei niets. Ace was niet gewend om genegeerd of tegengesproken te worden. Zijn hand raakte me hard in mijn gezicht en ik kromp ineen. Hij trok mijn kin omhoog en dwong me hem aan te kijken. ''Ik vroeg, wat vind je daarvan?'' Ik knikte. Zijn stem klonk angstaanjagend kalm. ''Ik hoor niks,'' siste hij. Mijn stem beefde toen ik antwoordde. ''Ik ga akkoord.''