Ik had een zus. We deden alles samen. We waren verschillend, maar onafscheidelijk. Ik was de stoere die alles deed zonder na te denken, zij de slimme verstandige. Ze hielp me bij mijn huiswerk. We waren zoals zwart en wit, heel verschillend maar perfect bij elkaar. Ik ben Charlotte. Ik ben 19. Mijn tweelingzus Zoë is een halfjaar geleden overleden aan leukemie. De zuster zei dat ik de kamer in mocht. Ik liep naar binnen. Daar lag Zoë, bleek en kaal. Ze sliep. Ik ging op het voeten einde van het bed zitten. Ik kon het niet meer inhouden, ik barste in tranen uit. Ga alsjeblieft niet dood, wie helpt me met mijn huiswerk, wie zorgt ervoor dat ik na het uitgaan thuis kom, wie zorgt ervoor dat ik-ik gelukkig ben wie zorgt voor mij als jij weg bent? Vraag ik hardop. Dan hoor ik een piep, de piep, de piep die mijn leven overhoop gooide, de piep waarmee alles begon.