Ik loop door de stad op weg naar Evi, mijn beste vriendin. Ze was net helemaal overstuur omdat dat vriendje van haar het heeft uitgemaakt. Ik wil zo snel mogelijk bij haar zijn, dus ik loop nogal snel. Plotseling bots ik keihard tegen iemand op. "Kijk even uit waar je loopt ja." Ik kijk boos in twee groene ogen. "Sorry, ik lette niet op. Gaat het?" "Ja prima. Doei." Ik loop weer verder op weg naar Evi. Ik ging samen met Evi naar de Starbucks en daar kwam ik die jongen weer tegen. Die perfecte jongen, met die perfecte groene ogen en die perfecte bruine krullen. De jongen waar ik vanochtend tegen op gebotst was. We raakten in gesprek. Ik zei altijd tegen elke jongen die mij wel zag zitten: 'perfect life, nobody's wife.' Want jongens, jongens zijn vermoeiend. Maar deze jongen genaamd Harry maakte alles anders. Tegen hem kon ik niet zeggen wat ik tegen elke jongen zei....
13 parts