De 16-jarige Vlinder leeft in Vanela. Het is een kleine stad met vier muren eromheen. De mensen kunnen geen kant op. Het is het jaar 2180, alles is verwoest door monsters. Alle mensen moeten de Griekse goden aanbeden, want anders zouden de muren vervagen en monsters zouden kunnen binnendringen in de stad. In ruil voor offers krijgen de mensen dus bescherming. Vlinder gelooft niet in de Griekse goden en ziet het als een stomme grap. Haar ouders hebben ook nooit gelooft. Alleen haar broertje wel, die wil ook geen contact meer met haar. Uiteindelijk wordt Vlinder verstoten met nog 14 anderen. Elke keer wanneer er 15 kinderen worden geboren moeten er 15 mensen weg. Ze worden uit Valena gezet en moeten zien te overleven tussen de monsters. Ze krijgt mysterieuze brieven via een kraai en de persoon hierachter laat haar even vergeten wat er aan de hand is. De groep ontmoet een jongen, Harver, hij leeft al jaren tussen de wezens en Vlinder vertrouwt hem niet, maar voelt zich aan de andere kant toch tot hem aangetrokken. Wie is Harver echt? Gaat Vlinder uiteindelijk toch geloven? En hoe redden ze de mensen? En wie zit er achter de mysterieuze brieven? Je leest het hier.