Ik ga op bed liggen en denk na over de vorige les. Ik zie hem voor me. Hij kijkt trots de klas in. Waarom is hij zo. Het maakt me boos. Hij is zo perfect. Ik haat het. Ik haat hem. Ik haat hem omdat hij zo perfect is. Zo onhaalbaar voor mij. Zo veel te ver weg van me. Ik haat hem. Omdat hij de uitverkorene is. Omdat hij de wereld zal redden, en de held word, of zal sterven. Hij zal nooit aan me denken. Waarom zou hij. Ik zal in beide gevallen geen kans hebben om ooit met hem te zijn. Hij is het water en ik ben het vuur. Vuur dat smeekt om water te worden. Maar vuur zal nooit water worden. Het water zal het vuur doden, weg vagen voor altijd, zeker als het water Harry Potter heet.All Rights Reserved