'Een waas van stilte, het is voorbij... Zonder jullie zal het leven nooit meer hetzelfde zijn.' Een doodnormale namiddag op een behoorlijk koude vrijdag. Een bejaarde vrouw wandelt door het park, zoals ze dat elke namiddag doet. De frisse lucht doet haar goed en de vredige sfeer geeft haar rust. Ze ziet hoe verderop een jongen en een meisje dicht tegen elkaar aanzitten op een bankje. Vrolijk, gelukkig en overduidelijk: smoorverliefd. Nog geen seconde later klinkt er een schot. Twee schoten. Oorverdovend, doeltreffend en dodend. Luid gegil en geschreeuw doorbreekt de vredige stilte in het park. Twee jonge lichamen liggen levenloos op het houten bankje, hun kleren rood van het vele bloed dat uit hun schootwonden vloeit. Op een klaarlichte dag werden de levens van twee jonge, verliefde mensen afgenomen door een onwaarschijnlijk en akelig lot. Zomaar.