Demonen hart

Mijn ogen tranen van het bloed dat uit het lichaam spuit van de jongen van wie ik niet eens zijn naam ken. Hoe kon hij? Eerst mijn ouders en nu al deze onschuldige mensen. Een hysterische lach ontsnapt uit zijn mond. 'MEER MEER!' roept hij, terwijl het bloed van de jongen langs zijn arm stroomt. 'Ik wil jouw gesmeek horen, jouw geschreeuw. Meer bloed, meer pijn!' De jongen hangt ondertussen al levenloos in de handen van zijn moordenaar. 'Ben je nu al dood?' zegt de demon teleurgesteld, nog steeds dorstend naar meer bloed. Zijn bloedrode ogen dwalen naar mij, zijn aders kloppen. 'Mijn lief, waarom huil je? Heb je pijn?' Ik kan alleen maar luisteren naar zijn pijnlijke vragen en huilen. Mijn schouders schokken en mijn hart klopt in mijn keel. 'Ik hou van je. Ik wil je zien lijden. Als ik jou zie lijden, zie je er zo mooi uit. Je tranen zijn zo mooi. Die gil is hartverscheurend. Ik geniet van jouw pijn. Je zult zien dat het fijn is, geloof me.'

Als Oiché, een pessimistische wees, instemt om mee te doen met een proef voor de organisatie D.A.E.M.O.N krijgt haar leven een totaal andere wending. Wanneer ze opgesloten zit met een demon komt ze erachter hoe deze wezens werkelijk zijn en wat hun plan is voor de mensheid.