Matthy heeft t moeilijk. Niemand weet t van hem. Niemand weet dat hij eigenlijk autusme heeft. Dat hij sociale angst heeft. Dat hij maar een bepaald aantal mensen vertrouwd. Niemand weet dat Matthy onzeker is. En al helemaal niemand weet dat hij eigenlijk homo is. Helemaal niemand, totdat een van zn beste vrienden erachter komt. Maar Matthy wilt geen hulp. Hij wilt geen hulp. Geen hulp voor zn autisme. Geen hulp voor zn sociale angsten. Geen hulp met t vertrouwen. Geen hulp met mensen in zn kring laten. Geen hulp met iets. Hij kan t zelf. 'Laat je niet merken' is wat hij zichzelf altijd zegt. Wat als t zo erg word, dat hij de hulp echt nodig heeft, maar t zelf niet inziet.