Terwijl hij zijn beste vriend vasthield, vechtend tegen de tranen die achter zijn ogen brandden, fluisterde hij wanhopig: 'Nee... laat me hier niet alleen achter, alsjeblieft...'
De jongen glimlachte zwakjes, zijn adem flinterdun, zijn ogen glanzend met een laatste glimp van tederheid. Met een stem die bijna een fluistering was, zei hij: 'Ik hou van je, lieverd. Vergeet dat nooit...'
En terwijl zijn hand langzaam uit de zijne gleed, bleef de wereld stil achter, gevuld met niets dan het gebroken hart van degene die achterbleef.