Mijn naam is Catharina en ik ben een wees. Ik weet niet beter als dat ik altijd heb moeten verhuizen omdat ik nergens thuis hoor. De families die mij opnamen konden niet met me om gaan, ik kon nooit vrienden krijgen op school want ze vonden me maar 'raar', ik ben namelijk sterker en sneller dan de rest en genees ook sneller. Een wond ben ik na een dag al kwijt. Mensen keken me na, ik was liever alleen. Alleen in de bossen, waar ik kon rennen, na kon denken, mezelf kon zijn. Ik voelde me er fijn en veilig. Het geluid van de dieren om me heen, de geur van de planten en de bloemen.
Toen ik zestien was liep ik weg, ik was er klaar mee. Klaar om continu van familie te moeten wisselen, klaar met het bureau dat altijd beter wist dan ik wat goed voor me was, klaar met alle mensen die me maar niet konden accepteren. Ik ging me eigen leven leiden en het ging goed, ik kon een slaap plek vinden en eten. En als ik het zat was ging ik verder. Voornamelijk omdat ik me er niet thuis voelde. Het zit zo ik heb en stemmetje in me hoofd dat tegen me praat. Het zegt op zoek te gaan naar me roedel, of wat dat ook is. Ik bleef altijd dicht bij het bos en zo ver weg mogelijk van de mensen. Dit heb ik jaren volgehouden tot ik hun tegen kwam.
Nina is een doodgewoon tienermeisje. Buiten het feit dat ze een weerwolf is dan.
En wat als Nina ook nog eens haar mate vindt. En dat uitgerekend hij -een van de weinige personen op aarde die ze niet kan uitstaan, haar mate is?
Opeens is Nina's leven weer helemaal overhoop.
------------------
Evy en ik zitten wat te kletsen, als ik opeens weer die heerlijke geur ruik. Het ruikt naar karamel en zout.
Ik snuif de lucht naar binnen. Ik wil deze geur altijd wel ruiken.
"Nien? Wat ben je aan het doen?" Evy kijkt me raar aan.
"Ruik jij die heerlijke geur dan niet?" Ik kijk haar verbaasd aan met mijn wenkbrauwen omhoog.
"Als je de biefstuk bedoelt wel," grinnikt ze.
"Nee, ik bedoel niet de biefstuk, ookal ruikt dat ook verrukelijk. Ik ruik karamel en zout." Ik snuif nog een keer de lucht op.
"Ik ruik niks." Ze haalt haar schouders op. Maar dan worden haar ogen groot en begint ze te grijnzen. "Misschien-"
"Misschien wat?!" vraag ik ongeduldig.
"Misschien is je mate hier." Ze wiebelt met haar wenkbrauwen.
"Tuurlijk!" Ik rol met mijn ogen.
"Wat? Het zou heel goed kunnen." Evy haalt haar schouders op.
"Mijn mate zit waarschijnlijk niet-" Ik wordt onderbroken door een tikje op mijn schouder. Ik draai me geërgert om en kijk in twee karamel kleurige ogen.
"Wat moet je?" snauw ik geïrriteert.
"Zo praat je toch niet tegen je mate." Tuurlijk, deze gast is mijn mate. Wat denkt hij wel niet.
Ik barst in lachen uit. "Tuulijk, jij bent mijn mate. Geloof je het zelf."
----------------
Ik wens jullie veel leesplezier met het lezen van 'Mine Not Wanted Mate'
#1 in Weerwolf (17-5-2018)
#2 in Liefde (30-5-2018)
#3 in Haat (20-2-2019)