een·zaam: zonder gezelschap; alleen ge·luk·kig: 1. voorspoedig, door het lot begunstigd 2. genietend; tevreden "Eenzaamheid temidden van velen is de pijnlijkste eenzaamheid." ---- ©Cacaoboon. Niet mijn verhaal stelen, dus. Hoogste positie: #1 kortverhaal (how tho)