"Opeens glij ik weg. Ik gil. De diepte komt met tegemoed. Ik schaaf me aan de rots en de steen waar ik op stond valt op me. Ik grijp me vast als ik een struik zie. Gemene doornen prikken in mijn hand. Ik weet even niet wat ik moet doen. Dan begin ik te roepen om hulp. Ik hoor iemand iets schreeuwen maar ik hoor niet wat. Mijn oren suizen. De regen komt nog steeds met bakken uit de hemel. Mijn handen en de rest van mijn lichaam doen pijn. Ik hou het niet meer. Ik klem mijn handen steviger om de struik. De doornen doorboren mijn huid. Ik laat los. Dan val ik Steeds sneller en sneller. Ik wacht op de klap." De tweeling Eva en Luna, leiden een gelukkig leven. Maar op vakantie gebeurd er iets verschrikkelijks, Luna valt van een berg, de afgrond in en is op slag dood. Iedereen is geschokt, en verbijsterd. Vooral Eva, Luna, niet alleen haar tweelingzus, maar ook haar beste vriendin is er niet meer. Ze voelt zich schuldig, want zij kwam met het idee om de bergen in te gaan. Maar vooral mist ze Luna. Luna's dood heeft een grote invloed op haar leven. Blijven haar vrienden haar trouw? En heeft ze nog wel tijd voor de liefde, voor haar vriendje Levi, en haar famillie?