"Stop!" schreeuwde ik, maar ze luisterden niet. Plotseling zakte mijn moeder door haar knieën, ze keek me nog even aan en glimlachte, toen viel ze neer, haar ogen koud en leeg. Ik ontstak in woede, ik had geen controle meer over wat er gebeurde, het enig waar ik aan kon denken was dat die mensen mijn moeder hadden vermoord. Een stevige wind kwam opzetten, en met de wind ook een zandstorm, maar het zand kreeg geen grip op mij. Het verzamelde zich rond de drie tovenaars die nog leefden na het gevecht met mijn moeder. Ik werd nog kwader, het zand begon te branden. De tovenaars begonnen te schreeuwen, lieten de ene na de andere spreuk los op het zand, maar het had geen nut. Het zand verstikte hen, verbrandde hen. Na een tijdje zakte mijn woede en tegelijkertijd ging de wind liggen. Toen werd alles zwart.
Iedereen heeft z'n eigen verhaal en verleden. Net als 5 jongens die in 1 huis worden gestopt.
Zouden ze zich openstellen aan elkaar? En kan iedereen zijn angsten overwinnen?