Ik zat gewoon rustig te eten toen ik opeens iemand naast me moeder zach staan ik zij tegen me moeder mam er staan iemand naas je maar zij zag niks. schat je heb het je fast verbeeld .nee hoor mam er stond egt iemand naast jou .schat je heb het je gewoon verbeeld .maar het is al 10:00 je moet morgen naar school ga je naar bed. ja mam. Ik liep naar boven. He zach ik daar nou iemand lopen nee dat kan niet ik verbeeld het me gewoon .ik liep naar me kamer en ging in me be d ligen ik kwam moeilijk in slaap van wat er net wat gebeurt .de volgende dag. Ik werd waker me moeder was al weg dus ik was aleen thuis . Ik liep rustig naar de keuken tot ik bij de tafel stond zach ik iemand bij de koelkast staan ik zij.wie ben jij wat doe jij hier .maar hij gaf geen antwoord ik verbeeld het me weer want hij stond er niet meer .ik pakte me spullen snel en ging naar school . Zo mel wat is er met jou .niks er is niks ik had alleen haast voor de rest niks hoor.de eerste les was rekenen en dat taal.