Met dromerige ogen kijkt Thomas uit het raam van de Citroën. Hij hoort op de achtergrond vaag de nog altijd gezellige Pieter tegen hem praten, maar zijn gedachten zijn ergens anders. Thomas droomt er al zijn hele leven van om een beroemde muzikant te worden. 'Hey man, luister je wel?' 'Oh, sorry Piet!' Thomas is in een klap weer helemaal wakker. 'Waar gaan we naartoe?' Als Thomas achter zich kijkt ziet hij dat Anna net weer wakker is. 'We gaan zo snel mogelijk naar Scheveningen.'