'Soms vraag ik me af waarom een engel zoals jij zo snel weg moet,' mompelde de een, terwijl hij rustig een hand haalde door de andere zijn haar. Een zachte zucht verliet zijn lippen. 'Ik? Een engel? Ik ben gewoon een doodnormale jongen,' zei de andere, en rolde zijn ogen. Hij genoot van het moment. Hij keek naar de muren om hen heen, wit en zonder enige emotie. Er zou best een poster of twee bij kunnen, dacht de ander met een klein lachje. 'Geloof me, ik ga nergens heen. Nog niet. Deze ziekte kan lekker oprotten,' zei hij. De een lachte zachtjes en sloot zijn ogen. Hij nam de ander in een betere en fijnere positie. Ze lagen op het ziekenhuis bed, in elkaars armen. Allebei met hun ogen gesloten. Het was alsof er niks kon gebeuren. Maar, elk goed ding heeft een slecht ding aan zich. En deze keer was het iemand.All Rights Reserved
1 part