Ik stap in de bus opweg naar mijn curcus. Ik geef mijn kaartje aan de buschauffeur en ga achterin de bus zitten. Naast mij komt een knappe jongen zitten met golvend blond haar dat perfect valt voor zijn hemelsblauwe ogen. Zonder dat ik het door heb staar ik al voor een paar minuten naar de mysterieuze perfecte jongen. Om mijn staar probleem wat onopvallender te maken probeer ik een gesprek aan te gaan.