Er is een zomer voorbij gegaan, en er is nog steeds geen spoor van Sophie's vader. Sophie leert ondertussen alles over het vampier zijn, en ontdekt dat er ook voordelen aan zitten. Haar haar zit altijd in model, ze kan alles veel beter horen en slapen hoeft ze bijna niet meer. Het drinken van bloed ligt haar nog altijd erg gevoelig, maar ze voelt nauwelijks de aandrang om zich te voeden bij mensen. Maar dan komt er slecht nieuws. Op een ochtend word er op de deur geklopt en er ligt een brief. Hij blijkt van Beck te zijn, met het nieuws dat de echte zoektocht gaat beginnen. Ze moeten een geurspoor volgen, dat hen de hele wereld over leid. Sophie word nerveus, wat ook komt omdat Beck elke keer benadrukt dat ze niet eeuwig de tijd hebben, en dat Sophie's vader misschien niet langer dan een jaar te leven heeft. Als ze dan ook nog eens een oude vriendin van Thomas tegenkomen, die er voor zorgt dat Sophie niet meer weet welke wezens uit sprookjes echt zijn en welke niet, ontdekt ze dat er overal gevaar verstopt zit.
'Thomas'. Ik en Thomas stonden abrupt stil en draaiden ons om. Daar stond een meisje, niet ouder dan zestien, die onderzoekend naar Thomas keek. Toen ze Thomas gezicht zag, begonnen haar grote donkerbruine ogen te stralen. Ze rende op ons af, en haar lange bruine haar dat in een vlecht over haar linkerschouder hing stuiterde op en neer. 'Rosanne?' vroeg Thomas verbaast. Het meisje keek afkeurend. 'ik heb je gevraagd me niet meer zo te noemen. Ik haat die naam!' zei ze, met een quasi boze uitdrukking. Ze keek nu recht naar mij en stak haar hand uit. 'hoi, ik ben Rose'.
Alessia heeft haar rugzakje wel. Ze heeft veel meegemaakt, en veel veroorzaakt. In een poging om overal van weg te komen is ze alleen maar in meer problemen geraakt.
Maar dan wordt ze in huis genomen door een hoop jongens, misschien gaat het eindelijk eens een beetje beter nu. Wie weet..
Maar waarom zijn die jongens soms zo raar? En laat het verleden haar ooit met rust?