Een regen van lawaai kletterde door de stad. Knallen weerkaatsten door de muren van de hoge gebouwen. Skeletten van auto's lieten een sombere sfeer achter. Ik hoorde alleen maar schreeuwende mensen. Huilende kinderen, jammerende moeders en schreeuwende vaders. In een seconde kan veel veranderen. Een gebouw kan verwoest worden, leven kan veranderen in dood. Papa riep ons bij elkaar. We renden de schuilkelder in. De lamp knipperde en bij elke knal vielen stukjes plafond en grind op ons neer. Ik zat diep in elkaar gedoken op mijn moeders schoot. Mijn broertje zette het op het brullen en mama probeerde hem te kalmeren met sussende geluidjes. Ik zag in het zwakke licht van de lamp dat tranen een weg over haar wangen vonden. Mijn vader zat met zijn handen over zijn hoofd. Machteloos zaten we daar, uren lang. Opeens was het voorbij. De geweerschoten zwijgden en we klommen uit onze schuilplek. Een schok ging door mijn hoofd. Onze stad was bedolven onder het puin. Je kon het ongeloof voelen. Wie of wat hadden we misdaan dat we dit verdienden? Mijn fijne herinneringen werden verwoest. "Het gaat niet langer meer." Huilde mama. Ik had haar niet vaak zien huilen. Maar tranen liepen met velen tegelijk over haar wangen en druppelden in het zand. Papa knikte en omhelsde haar. "Het is tijd, we moeten vluchten." Mijn hart stond even stil. Vluchten? Ik wil niet weg. Ik wist diep van binnen dat ik geen keus had. Ik moest mijn jeugd achterlaten. - Lena moet haar land verlaten wegens oorlog, samen met haar gezin zoekt ze naar veiligheid en een vast thuis. In een gevaarlijke en lange reis ontmoet ze veel mensen. Maar wie is eigenlijk wie hij zegt? Ze volgt haar vaders advies; vertrouw niemand.