Als ik drie dingen zou mogen wensen zijn dat: 1. een villa 2. een sportauto 3. en een normaal gezin dat geen drugs dealt Maar de wereld bestaat nou eenmaal niet uit sprookjes, dus dat gaat never nooit gebeuren. Ik zit niet op school en ik ben niet het hemelse kind dat elke ouder zou willen hebben, als ik die al had gehad. Mijn moeder is er niet meer en mijn vader is er voor mij evenmin nog. Hij zit dag en nacht in de kroeg of de koffieshop. Mijn doel is zorgen dat de politie me niet te pakken krijgt, want ik heb een nogal lang strafblad. Maar nu weer terug naar míjn leven. Die bende waar ik zo graag bij wil horen, is eigenlijk niet meer dan een stel jongens van rond de twintig die toevallig de baas is in onze wijk. Domme toeristen die zich er wagen zijn linksom of rechtsom altijd wel iets kwijt en ik heb geleerd ermee te leven. Andrew is mijn broer die me stomme klusjes geeft en de baas is van de zogenaamde bende. Maar stiekem wil ik geen badgirl zijn. Niet echt, ik wil niet Andrews stomme opdrachten doen en ik wil geen leven in de jeugdgevangenis. Maar wat moet ik dan in godsnaam doen?