Wit, grijs, blauw, roze, paars en zwart. Als je naar boven kijkt kan je van alles zien. Allerlei kleuren, die verschijnen en verdwijnen. Langsdrijvend, uiteen gejaagd of gewoon weer verdwenen. De prachtige hemel is een steeds veranderend fenomeen, een inspiratie voor velen of juist niet. De een ziet een kunstwerk, een schilderij waar elke dag, elk uur, elke minuut of zelf elke seconde iets nieuws in valt te ontdekken. De ander ziet de lucht. Een voorbode van het weer dat die dag te verwachten valt, maar meer ook niet. De creatieveling en de realist. Zien wat er is of zien wat er zou kunnen zijn. Dezelfde hemel, en toch, een wereld van verschil.
Lyra was een creatieveling. Dagenlang staarde ze vanuit haar kamertje naar het wonder dat buiten te zien was. Andere kinderen werden in beslag genomen door speeltuinen en telefoons, maar Lyra niet. Lyra keek, zag en bewonderde. Elke dag weer. De fabelachtige hemel hield haar gezelschap en troostte haar wanneer ze het moeilijk had op de lange dagen die ze alleen doorbracht op het kleine kamertje.
En tijdens die lange dagen zag ze dingen die de realisten nooit te zien kregen.Op een mooie avond in de zomer kreeg ze bijvoorbeeld zoiets te zien. Het was een lange, warme dag geweest en eigenlijk had Lyra allang moeten slapen, maar door de hitte was ze tegen zonsondergang nog steeds klaarwakker. Dat was maar goed ook, want het was zonder uitzondering de mooiste zonsondergang die ze ooit gezien had. De lucht was felroze gekleurd en was doorweven met strengen paars en blauw. En in dat paars, zag ze het voor de allereerste keer. Zo prachtig, dat de zonsondergang erbij in het niet viel. Zo bijzonder, dat ze nergens anders meer aan kon denken in de dagen die volgden. Het enige wat ze wilde, was het nog een keer zien. Het paars was alles wat ze wilde in haar leven.
Het duurde een hele tijd voordat Lyra het weer zag en hoewel ze het niet was vergeten, was ze er ook niet meer helemaal zeker van dat ze het echt had gezien. Wekenlang had ze elke zonsondergang bekeken, telkens weer opzoek naar dat magische paars, maar het had geen baat gehad en ze had het niet meer gezien. Tot haar diepe teleurstelling waren alle zonsondergangen oranje en roze geweest. Zeker mooi, maar nooit zo speciaal als het paars. Nooit gaven ze haar het gevoel dat ze die ene zomeravond had ervaren. Nooit gaven ze haar het gevoel dat ze gezien werd, dat er van haar gehouden werd.
Het was een witte winterdag toen Lyra besloot in de pasgevallen sneeuw te gaan spelen. Naar de hemel staren kon haar niet meer bezighouden zoals het vroeger gedaan had. Hoeveel ze ook keek, welke wolken en kleuren er ook voorbij kwamen, haar gedachten bleven steeds maar teruggaan naar dat paars, dat ze na die ene keer maanden geleden niet meer had gezien. Het maakte haar verdrietig en verward, omdat ze niets liever wilde dan het opnieuw aanschouwen, maar het kwam niet terug. Daarom klom ze door haar raam naar buiten, om haar gedachten weg te leiden van het magische paars.
Een sneeuwpop met een familie, waar zij ook bij mocht horen en daarna een leger van sneeuwengelen, om haar te beschermen wanneer ze weer naar binnen ging. En terwijl Lyra daar op de grond lag en haar armen en benen heen en weer bewoog, zag ze het. De blauwe lucht recht boven haar smolt langzaam samen tot die dieppaarse kleur die ze pas één keer eerder had gezien. Ze keek vlug om zich heen, maar niets in haar omgeving leek veranderd te zijn. Binnen had nog niemand gemerkt dat ze naar buiten was gegaan en niet meer op haar kamer was, dus bleef Lyra liggen en keek ze naar het paars.
Het was werkelijk waar prachtig, nog mooier dan ze zich kon herinneren. Het paars leek een eigen leven te leiden en toonde haar hoe mooi het kon zijn als ze zich erbij zou voegen. Als ze zich zou overgeven. Als ze een nieuw leven ging leiden. Als ze één zou worden met het paars en zou verdwijnen in de diepte. De oneindige prachtige diepte, waarin ze vrij zou zijn. En Lyra, bevangen door het paars als nooit te voren stak haar arm omhoog, klaar om zichzelf erin te verliezen.
Een stem.
Een stem die schreeuwde dat ze naar binnen moest komen.
Een flits, en het was weg.
Het prachtige, diepe paars was opnieuw verdwenen.
En Lyra huilde.
Ze huilde, ondanks dat ze zichzelf had beloofd dat nooit meer te doen.
Ze huilde om de kans die ze had gemist.
Ze huilde omdat ze niet wist of het ooit nog terug zou komen.
Ze huilde, omdat ze nog steeds niet vrij was.Er gingen weken, maanden voorbij zonder dat Lyra het paars nog zag. Het zouden ook jaren kunnen zijn, of misschien slechts seconden. Het allesoverheersende verlangen naar het paars was zo groot geworden dat tijd er niet meer toe deed. Net als al het andere kwam het niet meer binnen. Niet dat ze dat erg vond. Niets deed er meer toe, behalve het paars. Niet kon haar nog geluk brengen, behalve het paars. Het geschreeuw hoorde ze niet meer en de pijn was slechts een vaag gonzen op de achtergrond. De paarse vlekken op haar arme waren nooit hetzelfde paars dat ze in de hemel gezien had.
Elke dag weer keek Lyra naar de hemel, op zoek naar het paars dat haar zou kunnen bevrijden, dat haar mee zou kunnen nemen naar een betere plaats. Maar ze zag het niet. Niet in de zonondergangen, niet in het blauw. En toen de winter opnieuw was aangebroken, had ze de hoop opgegeven dat ze het prachtige paars ooit nog terug zou zien.
Opnieuw geschreeuw, omvallende spullen. Het kwam niet echt meer binnen. Ze hoorde het wel, maar tegelijkertijd ook weer niet. Elke dag hetzelfde. Zij bleef gewoon op haar kamertje, starend naar de hemel, want ook al had ze de hoop opgegeven, iets anders had ze niet te doen. Maar het was niet zoals het ooit was geweest.
Het geschreeuw kwam dichterbij, kwam haar kamertje binnen en richtte zich op haar. Sterke armen schudde haar door elkaar, gooide haar de kamer door, zonder te beseffen dat zij het raam had open gezet om beter naar de hemel te kunnen kijken.Een schreeuw. Van paniek deze keer, geen woede. Lyra kreeg het nauwelijks mee. Want terwijl ze viel, zag ze het. Het prachtige paars. Het riep haar, met die onpeilbare diepte. Het verwelkomde haar, beloofde haar een beter, mooier leven. Heel moeilijk was dat niet en slechter kon het niet zijn . Het paars riep haar opnieuw. En Lyra antwoordde. Voordat haar kleine, broze lichaam de besneeuwde grond raakte, gaf ze zichzelf over aan het paars. Voordat ze de pijn kon voelen verloor ze zichzelf in de oneindige diepte, eindelijk voor altijd bij het hemelverschijnsel waar ze zo lang naar had verlangd.
JE LEEST
Paarse Hemel
Short StoryLyra brengt haar dagen door met het kijken naar de lucht. Daarin ziet ze prachtige dingen, die haar hoop geven. 'Het prachtige, diepe paars was opnieuw verdwenen. En Lyra huilde. Ze huilde, ondanks dat ze zichzelf had beloofd dat nooit meer te doen...