The letter

26 2 1
                                    

Elf jaar. Elf jaar lang heb ik al in dit domme weeshuis gewoond en wat heb ik geleerd? Niks. Ik weet nog steeds niet wie mijn familie is, waar ik vandaan kom, en ik weet nog niet eens wie ik zelf ben. Hayley Smith natuurlijk, maar Smith is de naam die het weeshuis me gegeven heeft toen ik hier binnenkwam. Ik kan nog steeds niet geloven dat ze niks beters konden bedenken dan Smith, het klinkt zo basic. Toen ik hier binnen werd gebracht stond mijn naam op mijn sokken: Hayley P. Niemand weet waar de P voor staat, dus gaven ze me maar een random naam. Mijn echte familie zou me misschien niet bij naam herkennen, maar waarschijnlijk wel bij mijn uiterlijk. Felrood haar, en groene ogen. Best speciaal dus.

Ik kom nooit echt mijn kamer uit, ik bedoel, waarom zou ik? De anderen vinden me niet bepaald leuk, terwijl ik eigenlijk best aardig ben als ze me zouden leren kennen. Iedereen vergeet altijd dat ik besta, en als de andere kinderen over me praten noemen ze me vuurtoren, of slang. Ik weet niet waar ze slang nou weer vandaan hebben, waarschijnlijk van het feit dat ik met slangen kan praten. Dat denken ze tenminste, en ze hebben gelijk. Dat ga ik natuurlijk niet laten merken. Ze hebben me één keer horen praten toen ik zeven was, en het klonk alsof ik een slangetje tegen ze opzette. Ik zette de slang niet tegen ze op, ik voerde gewoon een gesprek met hem omdat ik niemand anders had om mee te praten. En sindsdien zijn ze bang voor me. Nou ja, bang? Als ze me in elkaar slaan zien ze er niet echt bang uit. Ik word vaak in elkaar geslagen, ze vinden het leuk om sterk te lijken. Elke avond na het eten loop in terug naar mijn kamer met veel blauwe plekken, meestal ook nog een bloedneus. Gek genoeg verdwijnt alles na een paar minuten, en dat hebben de andere kinderen ook door. Dus elke avond is het weer hetzelfde. De blauwe plekken die verdwijnen zijn niet het enige gekke dat er gebeurt. Daarom blijf ik in mijn kamer, zodat niemand anders die dingen opmerkt. Dingen bewegen en verdwijnen de hele tijd als ik in de buurt ben. Het geeft me het gevoel dat ik speciaal ben, dat gevoel is van me weggenomen door al deze tijd in het weeshuis.

Een hard geluid tegen mijn raam. Ik kijk naar buiten en zie een grote bruine uil met lichtbruine spikkels die kennelijk tegen mijn raam aan gevlogen is. Hij heeft een envelop tussen zijn snavel geklemd. Ik open mijn raam en pak de envelop. 'Au!' De vogel had me gebeten. Ik veegde het bloed dat uit mijn vinger sijpelde af aan mijn witte maar vieze nachtpon en ging op mijn bed zitten. Ik
draaide de envelop om en zag mijn naam erop staan.

Hayley Rose Smith
Kamer 14
St. Jones weeshuis
London

Ik heb nog nooit eerder een brief ontvangen, dus ik was er niet zeker van dat hij voor mij was. Misschien was de uil gewoon tegen het verkeerde raam aan gevlogen... Toen zag ik het kamernummer. Het was eigenlijk iets te specifiek om het een fout te laten zijn, dus ik besloot om hem gewoon te openen. In de envelop zat een stuk geel perkament. Ik las het door. Een toverschool wil mij? Het leek me allemaal iets te mooi om waar te zijn. Ik besloot de brief gewoon in een kastje te stoppen voor de zekerheid, maar ik was er best zeker van dat dit allemaal een grote grap was.

"Hayley, je moet naar het kantoor van de directrice" Ik schrok op uit mijn gedachten en opende de kamerdeur. "En je moet je brief meenemen" Zei de vrouw die buiten mijn kamer stond te wachten. Ze leek geïrriteerd. Ik pakte snel de brief uit mijn nachtkastje. 'Zou het toch echt zijn?' Dacht ik. Ik stapte het kantoor van de directrice binnen en werd meteen overweldigend door de geur. Het rook er naar natte verf en nagellak en het was er niet uit te houden. Ik krijg de nijging om over te geven, zo sterk was het. Ik besloot in plaats daarvan toch maar door mijn mond te ademen, want de directrice zou niet echt blij zijn geweest als ik haar hele kantoor onderbraakte. Ik werd een stoel gewezen en ging zitten. Ik was hier nog nooit eerder binnen geweest omdat ik nooit een reden had om hier te komen. Daarom vond ik het ook zo bijzonder en wist ik dat het belangrijk was. "Hayley Smith?" Ik draaide me om en zag een oude vrouw staan in de hoek van de kamer. Ze had haar zwarte haren in een strak knotje achterop haar hoofd gebonden, wat haar een streng uiterlijk gaf. Ze leek me niet de type persoon om grappen mee te maken, maar toen glimlachte ze. "Heb je je brief bij je?" Ik voelde in mijn zak waar de envelop inzat en trok hem eruit. "Jij kan dingen doen, toch? Vreemde dingen? Mysterieuze dingen?" Vroeg ze. Ik knikte. "Je bent niet de enige. Er is een hele school voor mensen zoals jij, en je bent uitgenodigd om te komen." Ik staarde haar aan. Is dit een grap? "Ik ben professor Mcgonnagal, ik geef les aan Hogwarts school of witchcraft and wizardry, de school waar jij naartoe kan." Ik staarde haar nog steeds ongelovig aan. Dit kan niet waar zijn. "Je bent een heks, Lily" zei professor Mcgonnagal trots. Ik liet een kreetje van geluk uit. Ik kon het haast niet geloven dat dit mij overkwam. Toen viel me iets op. "Professor, noemde u me net Lily?" vroeg ik. Ik ken helemaal geen Lily's. "Sorry, je hebt gelijk Hayley." Ze zag er een beetje beschaamd uit, maar tegelijkertijd verdrietig. "Goed, het semester begint op 1 september, ik zal iemand langs sturen die je kan helpen met het kopen van je schoolspullen, en tot die tijd, vertel niemand hierover. Niemand mag weten dat deze school bestaat. Goedendag." En ze was opeens verdwenen. Gewoon verschijnseld in het midden van de kamer. 'Tot die tijd, vertel niemand erover... wanneer zou die tijd voorbij zijn?' Dacht ik. Ik stapte het kantoor uit (waardoor ik eindelijk weer kon ademen) en rende naar boven, naar mijn kamer. Het was al laat in de avond, dus ik stopte mijn brief onder mijn kussen en dook mijn bed in. Gelijk toen mijn hoofd het kussen raakte viel ik in slaap.

Potters sister (a Harry Potter story)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu