01.

346 16 8
                                    

Een enorme plons water, en een enorm harde knal. Haar oren piepte van het geluid. Had hij dat nu echt gedaan? Ze had geen tijd om te stoppen. Ze moest kijken of ze nog iets kon doen. Snel sprintte ze naar de rand van de kade. Hijgend bleef ze aan de rand staan. Kom nou omhoog, Wolfs. Zijn laatste woorden galmde door haar hoofd "Wat er ook gebeurt, weet dat ik van je hou." Eindelijk had hij hét toe gegeven aan haar. En nu stond ze hier, starend naar het water. Er moest toch iets zijn wat ze kon doen? Ze keek om zich heen maar er was niemand in de buurt. In het water was geen signaal van leven. Wat moest ze doen? Ze riep zijn naam maar hij gaf geen gehoor.
Toen maakte ze een belangrijk besluit. Ze haalde haar wapen uit het holster en trok haar leren jack uit. Met een klein aanloopje dook ze het water in naar de plek waar ze dacht dat Wolfs de auto het water in had gereden. Ze wist dat de Maas op haar diepste punt hier iets meer dan vier meter diep was, toch was het onder water aardedonker. Ze tastte om zich heen en voelde een ijzig stuk metaal. Zou het een deel van de auto zijn? Ze dook verder onder water, ondanks ze nog maar weinig lucht in haar longen had. Ze kon hem niet alleen laten. In de vage, groene schimmen onder het water kon ze met moeite het silhouet van de auto vinden.
Toen zag ze hem, zijn lichaam gehuld in een rode waas. Ze kon wel schreeuwen. Snel zwom ze omhoog om een hap lucht te nemen. Zonder om zich heen te kijken dook ze terug onder water. Al snel voelde ze de auto weer. Ze had niet lang meer om Wolfs te bevrijden. Met de punt van haar sleutel brak ze door het raam van de auto. Het feit dat Wolfs gordel al los was baarde haar zorgen. Hij was niet van geweest plan dit te overleven. Ze pakte hem onder zijn oksels vast en trok hem via het raam naar buiten. Waarom had ze hem nu nooit kunnen overtuigen om met haar mee hard te gaan lopen? Er ging een scherpe pijn door haar schouder, maar dat kon haar nu even niet deren. Ze moest en zou hem boven water krijgen. Met haar laatste kracht zwom ze naar boven. Nog een klein stukje. Dacht ze bij zichzelf. Toen ze boven water kwam nam ze gelijk een hap lucht, waar een grote slok Maas water mee kwam zetten. Hoestend zwom ze met Wolfs lichaam terug naar de kant.

"Kom op Wolfs, niet opgeven nu." Hijgend zit ik bij hem. Wolfs pols is zwak, maar nog aanwezig. Ik moet nu echt zorgen dat het water uit zijn longen kwam en hij begint te ademen. Ik maak zijn luchtweg vrij en begin mond-op-mond. Het was een raar idee, om dit bij je beste maatje te moeten doen. Van achteren hoor ik voetstappen naar mij toe komen rennen, maar ik moet me concentreren. Ik vouw mijn handen samen en duw meermaals op zijn borst. Vier, vijf, zes. Verdomme Wolfs, niet op deze manier. Zestien, zeventien, achttien. Ik hoor het kraken van zijn ribben. Achtentwintig, negenentwintig, dertig.
"Er is hulp onderweg, mevrouw!" Zegt een persoon achter me. Het kan me niet veel schelen waar die hulp is, eerst moet hij ademen. Luchtweg openen, neus dicht knijpen, diepe hap adem en twee keer uitademen. Één, twee.  Hij begint te hoesten, ik help hem op zijn zij zodat hij het smerige water uit zijn lichaam kan gooien.

Niet veel later staan er vier agenten en een ambulance aan de kade. Wolfs ligt met zijn hoofd op mijn schoot en ik aai hem over zijn haar. Hij lijkt zich niet bewust van wat er om hem heen aan de hand is.
"Bij me blijven, sukkel." zeg ik zachtjes en ik probeer hem naar mij te laten kijken. Zo lang ik die sprankeling in zijn blauwe ogen zie, weet ik dat hij nog vecht. De ambulance broeders willen hem op de brancard leggen maar ik wil hem niet los laten. Niet nu.
"Eva, laat de mannen hem helpen." Hoor ik de bekende stem van Marion zeggen. Ze klinkt bezorgd.
"Hou vol, ik laat je niet in de steek." Fluister ik Wolfs toe. Hij glimlacht met alleen zijn ogen voor hij op de brancard wordt getild. Pas als Marion mij helpt op te staan, voel ik de scherpe pijn in mijn schouder. Deze trekt door mijn gehele arm heen tot in het topje van mijn vingers.
"Gaat het?" Vraagt Marion als ze mijn vertrokken gezicht ziet. Ik knik "Het gaat wel." Mompel ik.
Wolfs ligt inmiddels op de brancard in een nek- en wervelspalk. Ik moet met hem mee. Hij wiebelt wat met zijn vingers naar mij. "Eef," klinkt hij schor. Ik loop naar hem toe en pak voorzichtig zijn hand. "Ik ben hier. Ik ben bij je." Nu moet je je sterk houden, Eva. Doe het voor hem. Wanneer ze met hem naar de ambulance lopen, ga ik achter ze aan. ik pak mijn jack en wapen en geef deze aan Marion.
"Zou je deze in mijn kluis kunnen doen?" vraag ik haar. "Ik ga met Wolfs mee." Marion knikt. Het was waarschijnlijk maar beter dat ik met hem mee zou gaan. Zeker omdat de pijn in mijn arm steeds heftiger lijkt te worden. Een van de ambulance broeders slaat een warme deken om mijn schouders heen. Ik krimp ineen van de pijn.
"Dat ziet er niet goed uit, mevrouw. Rijd u met ons mee?" Vraagt de broeder die mij net de deken om heeft geslagen.
"Graag." Antwoord ik. Hij steekt zijn hand naar mij uit. "Kevin," stelt hij zichzelf voor. "Dat is mijn collega Dennis." Kevin geeft een knikje naar de licht getinte man die Wolfs in de ambulance aan het laden is. Met mijn goede arm schud ik zijn hand. "Eva. Dat is mijn partner Wolfs." Stel ik ons voor.
Partner. Zei ik nu echt Partner? Als in, partners of als in collega's. Laat ik het voor nu maar even ambigu houden.
Als Wolfs in de ambulance ligt, neem ik op de stoel naast hem plaats. Hij staart naar het plafond.
"Eva," Zegt hij. "Dankjewel." Hij wiebelt met zijn vingers. Voorzichtig leg ik mijn hand op die van hem.
"Jij zou het zelfde hebben gedaan."
De motor van de ambulance begint te ronken.
"Klaar om te gaan?" vraagt Dennis vanachter het stuur. Ik steek mijn duim omhoog. Dennis geeft een knikje en stapt op het gas. Zo rijden we richting het ziekenhuis.

_____
a/n:
ok so ik weet dus niet hoe veel enzo ik deze story ga updaten maar ik MOEST gewoon over het bijna-einde van seizoen 15 gaan schrijven!! Het concept van dit verhaal vind ik wel echt super tof dus er zullen meer deeltjes komen! (Want lets be real, wie wil er nou niet weten wat er verder gaat gebeuren!)

Fijne avond allemaal💜

Machteloos. || Fleva. Flikken Maastricht.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu