De ballonnenclown

191 19 5
                                    

Een felle rode neus had hij aan en veel te grote schoenen. Een kleurrijk pak met verschillende stippen, een grote paarse strik en een hoedje met daarop een bloem. Kort gezegd, hij had een clownspak aan. De clown ging binnen in een ziekenhuis, hij had tientallen ballonnen in zijn hand vast. Ballonnen van Dora, Rapunzel, Olaf... allemaal stuk voor stuk gevuld met helium. De clown ging op bezoek bij de afdeling pediatrie, naar alle zieke kinderen. Natuurlijk deed hij dit vrijwillig, maar misschien vraag je je af, waarom een jongeman van twintig de zaterdagnamiddag op bezoek gaat in een ziekenhuis,verkleed als een clown. Wel dit is het verhaal van deze CliniClown, Kevin.

12 jaar geleden

De achtjarige Kevin staat in zijn tuin te voetballen, hij heeft een hoepel helemaal bovenin aan de schommel gehangen. Keer op keer probeerde hij om de bal door de hoepel te trappen, maar het was nog geen enkele keer gelukt. Hij was dan ook overenthousiast toen de bal door de hoepel vloog, vrolijk liep hij naar binnen, waar zijn moeder de was aan het plooien was. 'Mama! Mama! Kom kijken wat ik kan.' riep hij uit en hij trok aan de hand van zijn moeder. Lachend liep zijn moeder mee naar buiten. 'Hier staan.' zei Kevin. Hij haalde de bal en legde hem neer op het gras. 'Goed kijken.' zei Kevin en hij trapte tegen de bal en hij zag nog net hoe de bal door de hoepel vloog. Vrolijk draaide hij zich om naar zijn moeder. 'Heb je dat gezien?' vroeg hij, maar hij hoorde het antwoord niet meer, hij begon luid te hoesten en viel neer op de grond. 'Kevin?' zijn moeder klonk in paniek. Er hing ondertussen bloed rond zijn mond. Zijn moeder tilde hem op. Het werd zwart voor Kevins ogen. In paniek reed zijn moeder met hem naar het ziekenhuis, in spoed werd hij direct naar een operatiezaal geleid. 

Kevin knipperde met zijn ogen. 'Uw zoon heeft een tumor in zijn longen.' Een tumor? Wat was een tumor? 'Hij zal hier nog eventjes moeten blijven, het kan zijn dat hij dit niet overleefd.' Ga ik dood? Kevin vroeg het zich af, hij opende zijn ogen volledig en keek rond. 'Mama?' fluisterde hij. Direct kwam zijn moeder bij zijn bed staan. Ze pakte zijn hand vast. 'Mama? Waar ben ik?' vroeg hij. 'In het ziekenhuis liefje.' zei ze. 'Waarom?' vroeg hij en hij hield zijn hoofd schuin. 'Je bent ziek, jongen.' De jongen fronste zijn wenkbrauwen. 'Wat is een tumor, mama?' vroeg hij. De moeder kreeg tranen in haar ogen. 'Je zult genezen, liefje.' zei ze, maar dat had hij toch niet aan haar gevraagd. Kevin begreep het allemaal niet. 

Hij bleef lange tijd in het ziekenhuis, hij was nog enkele keren geopereerd, maar hij was nog steeds niet genezen. De vriendjes van zijn klas waren al gekomen, ze hadden een ballon meegenomen voor hem. 'Veel beterschap.' stond erop. Het was een mooie, blauwe ballon en Kevin had hem aan zijn bed gehangen. De ballon mocht niet weg, hij zei het tegen alle verpleegsters en dokters die in zijn kamer kwamen. 'Mijn ballon!' zei hij elke keer en dan wees hij naar de ballon. 'Iedereen blijft ervan af.' zei hij telkens. Iedereen lachte dan naar hem, maar het werkte wel, na enkele weken hing de ballon nog steeds aan zijn bed. Door de chemo had hij nu geen haar meer op zijn hoofd. Hij droeg nu altijd een muts. Een muts van Spiderman. 

Op een dag kwamen zijn ouders zijn kamer binnen. Kevin lag nu al twee maanden in het ziekenhuis, de dokters hadden gezegd dat ze een nieuw stel longen voor hem moesten zoeken, zijn longen werkten niet meer goed. Zijn ouders lachten vrolijk naar hem. 'Dag Kevin.' zeiden ze. 'Dag, mama en papa.' zei hij vrolijk. 'We hebben goed nieuws.' zei zijn moeder. 'Mag ik terug naar huis?' vroeg Kevin hoopvol, hij wilde hier weg, het was hier saai. Zijn papa schudde zijn hoofd. 'Nee, nog niet.' Kevin keek direct triest. Zijn moeder legde haar hand op de zijne. 'Ze hebben nieuwe longen voor je gevonden.' zei ze lachend. Kevin lachte zwakjes. 'Maar dan is er toch iemand dood gegaan?' vroeg hij. Zijn moeders glimlach verdween van haar gezicht. 'Ja, jongen, maar je zal beter worden.' Kevin vond het jammer dat er iemand was gestorven. 'Wanneer moet ik weer naar de witte kamer?' vroeg hij. Met de witte kamer bedoelde hij de operatiezaal, die helemaal wit was geschilderd. 'Morgen, liefje.' zei zijn moeder. Zijn vader schraapte zijn keel. 'Kevin, je moet sterk zijn, goed?' Kevin knikte. 'Ik ben een sterke jonge, kijk maar.' Hij tilde zijn arm op en spande zijn spieren. Een klein bultje verscheen op zijn arm. Zijn vader lachte. 'Ik zie het jongen.' Kevin liet zijn arm weer zakken. Zijn vader keek nu heel serieus. 'Kevin, je moet onthouden dat we van je houden.' zei zijn vader. Zijn moeder knikte instemmend. 'Ik hou ook van jullie, maar ik zie jullie toch nog terug.' zei Kevin. Zijn ouders wisselden een trieste blik. Dit was een riskante operatie. 

De volgende dag rolden ze zijn bed naar de witte kamer, daar aangekomen wilde er een verpleegster de ballon wegdoen. 'Nee, de ballon blijft.' zei Kevin. De verpleegster keek hem verward aan, maar de dokter zei haar dat de ballon mocht blijven hangen. Voordat hij in slaap viel, zag hij als laatste nog de mooie, blauwe ballon die vrolijk boven zijn bed zweefde. 'Slaapwel.' fluisterde Kevin nog snel. 

Het heden. 

Zijn operatie was goed gelukt en nu liep hij kerngezond rond. Hij dacht nog vaak aan die tijd in het ziekenhuis en ook aan zijn blauwe ballon. Daarom deed hij dit vrijwilligerswerk, hij wilde ervoor zorgen dat deze kinderen ook een leuke ballon aan hun bed hadden hangen. Zijn ballon was zeer belangrijk voor hem geweest en hij wilde dat deze kinderen dat ook konden meemaken. Hij wilde dat ze allemaal zouden genezen, maar jammer genoeg hadden ze niet allemaal zoveel geluk als hij. 

random stories about random peopleWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu