Regen

31 0 0
                                    

Vanuit een hoekje van de kamer kijkt Leonid naar zijn oom. Zijn maag doet pijn van de honger. Zou hij het wagen ? De stemmingen van zijn oom zijn wisselvallig, schommelen tussen nors en kwaad. Echt goedgehumeurd is hij nooit.
Als hij niet heeft gedronken, is hij prikkelbaar, maar niet gevaarlijk. Na een paar glazen is hij op zijn best, maar als de duivel wodka zijn ogen troebel maakt, kan hij gewelddadige woede-uitbarstingen krijgen.
"oom ?" Leonid schuift voorzichtig dichterbij. De brede man zit in de lage stoel bij de kachel waarin wat nat hout sist. Hout dat Leonid gisteren in het bos heeft gesprokkeld.
"Wat moet je?"
"Ik heb honger, oom."
"Nou? zoek dan wat te eten."
"Is er nog iets in de kast?"
"Kijk zelf."
Leonid loopt stilletjes naar de keukenkast. In de broodtrommel zitten alleen nog wat kruimeltjes. Onder de gootsteen waar de mand voor de aardappels of de rapen staat, zit een dikke vette spin met hele lange, witte poten. Leonid schrikt, maar beseft dan dat het piepkleine aardappel is met lange scheuten. Zijn oom grinnikt. Hij heeft Leonid goed liggen.
"Maar ik heb honger." klaagt de jongen.
"Kan ik er wat aan doen dat je moeder niet meer geld stuurt?" Bast de man.
Leonid weet best dat zijn moeder af en toe wat geld stuurt, maar het overgrote deel van dat geld verdwijnt in het droge keelgat van zijn oom. "Maak je nuttig. Werk! zorg dat je wat te bikken hebt. Je mag al blij zijn dat je hier mag logeren."
Leonid staart door het enige kleine venster dat netjes in vier kleine raampjes is verdeeld. Buiten drijven dikke lage wolken over de akkers. De akkers zijn van een boer die ginds aan de weg woont. Als je goed kijkt, kun je nog net het puntje van het dak zien. Daar liggen de aardappels hoog gestapeld, net als de wortelen, de rapen en de bieten. Het water stroom Leonid al in de mond door er gewoon aan te denken. Maar de poort van de boerderij is goed gesloten en twee grote honden houden er de wacht. Zelf hebben ze maar een piepklein stukje grond, lang niet genoeg om een oogst voor een heel jaar op te verbouwen en ze hebben 1 perenboom die zijn oom in het najaar angstvallig bewaakt. Dat is zo wat het enige wat hij doet. Vroeger was hij politieman, maar sinds de val van de dictator is hij zijn werk kwijtgeraakt. Overal waar hij verschijnt, verstomt de conversatie en er blikken omvangrijke man geworpen. Dan wordt er gefluisterd: "weet je wie..." Sommige mensen zeggen dat hij blij mag zijn dat ze hem niet hebben vermoord. Er worden veel kwade dingen verteld over zijn oom. Dat hij corrupt was. Dat hij onschuldige mensen sloeg, soms zo erg dat ze bewusteloos raakten. Dat hij vrouwen lastig viel. Nu is tante de enige die nog werkt.

Dief!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu