Onbekende mannen

21 1 1
                                    

Leonid pakt de gescheurde regenjas van het haakje. Hij steekt zijn rechterarm in de goede mouw en houdt met zijn linkerhand de scheur in de jas dicht. Op die manier is het best een lekkere jas. De deru krast over de tegels wanneer hij opentrekt. Dat doet ze altijd als het regent. Net boven de deur is de groot stuk en een stroompje water spat op de drempel. Leonid haast zich erdoorheen. Tante heeft oom Boris al wel twintig keer gevraagd om de goot te herstellen, maar hij lacht haar vierkant uit. "Ik hoef geen lui aan mijn deur." Zegt hij iedere keer opnieuw. Het is moeilijk lopen over het aardappelteelt. Algauw zitten zijn schoenen onder de modder en sijpelt er water door de barsten van het oude leer. Maar misschien heeft de regen een paar vergete aardappels schoongespoeld. Als je goed zoekt , vind je er vast wel eentje ja, daar is de glimmende schol van een aardappel. Als een kreupele eenarmig rept Leonid zich over het glibberige, bultige veld. Het is een dikke aardappel. Met het geluid van een kus laat hij de natte aarde los. Leonid steekt zijn linkerhand Dior het gat in de jas en poetst en boent de aardappel in de regen, zet er dan zijn tanden in. Als je erg honger hebt, is rauwe aardappel best lekker, maar gekookt zou ie pas heerlijk zijn. Hij kijkt achterom naar het huisje in de regen. Oom Boris lust ook gekookte aardappels en deze gunt Leonid hel zeker niet. Opgepept door deze vondst zoekt Leonid naarstig verder. En ja hoor, het moet heel erg gard hebben geregend vannacht want zowat alle vergeten aardappels knipogen naar de donkere wolken. In een uur vindt Leonid er elf. Hij gluurt nog een keer achterom naar het huisje. Witte rook wappert uit de schouw. Als Boris nu zou vertrekken, zou Leonid de aardappels op de op de kachel kunnen koken en ze allemaal in zijn eentje opeten, dat zou pas een feest zijn. Met de dikke bult in zijn jas en de ene arm lijkt Leonid nog meer op een gehandicapte. Hij haast zich het pad af naar de kapel verderop aan de rand van het bos.
Het deurtje is goed gesmeerd en gaat zonder piepen open. Niemand is daar. Het is koud en klam in de kapel, maar het is er toch eter dan in de regen. Leonid loopt naar voren en bekijkt het beeld van de maagd. Ze ziet er gelukkig en weldoorvoed uit. Haar glimlach staat hem tegen. Voor het beeld staat een verlepte ruiker najaarsbloemen. Er staan ook een paar plastieken bloemen, met veel stof erop.
Leonid gaat zitten en pakt zijn aardappel en zet zijn tanden er in. Dan kijkt hij op "waarom lach je ?"vraagt hij aan het beeld.
De glimlachende Madonna blijft hem het antwoord schuldig. Hij kauwt traag op de aardappel. De hele tijd moet hij aan een vuur denken een lekker warm vuur waarin hij de aardappel zou kunnen stoven. Er is een geluid buiten. Leonid rept zich naar de deur en kijkt via het kleine vierkantje, waarin precies vier ijzeren tralies zitten, naar het modderige pad. Twee pannen in lange zwarte jasse, met zwarte hoeden op hun hoofd lopen voorbij. Hij heeft ze hier nog nooit gezien. Wat moeten ze ?
Ze lopen over het oad naar het huisje van zijn oom. Wraak ?
Leonid glimlacht bij de gedachten. Een fikse rammeling verdient die oom van hem wel. Misschien zijn het wel twee vroegere slachtoffers van de dictatuur en komen ze nu de rekening vereffen. Leonid ziet het al voor zich.
"Nou ja, ze hoeven hem nu ook nier weer dood te slaan ofzo." Leonid duwt de deur op een kier en gluurt naar buiten. De mann en kloppen aan bij hun huisje. Wie zijn zei toch?
Leonid krijgt het verdomd koud. Hij besluit om nog een aardappel te eten, de kleinste dan. Hij draait zich nog een keer om en kijkt naar het beeld. "Tot ziens dan maar, en doe eens een mirakel voor me. Zorg ervoor dat ik nu eindelijk naar mijn moeder kan gaan, naar dat rijke westen." Onderweg naar huis kwam Leonid haar tante tegen. "Leonid?" Zegt ze verbaasd
"Ik ben nog even wat hout gaan rapen."
"Hoe is het met hem?" Ze knikt met haar kin naar het huisje. Tante Sasha zal het nooit zeggen..

Dief!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu