hoofdstuk 1

252 7 3
                                    

Ik hoorde iemand op de trap, en aan de luidheid ervan kon ik afleiden dat het de vrouwelijke pup was. Hoewel ze nog zo jong was, leek ze wel de zwaarste te zijn! Had ze dan nooit gehoord van lichtvoetigheid? Ik zuchtte terwijl ik traag mijn mand uit trippelde. Het was tijd om de dagelijkse controle uit te voeren. De deur ging open en daar was de pup. Ik begon aan haar schoenen te snuffelen. Nee, behalve dan de geur van die zoete gekleurde plakzooi die ik 's ochtends nog in haar mond had gespot, was alles oké. Ik stond recht op mijn twee achterpoten en duwde tegen haar been. "Hey, pup! Til me op zodat verder kan met mijn controle!", blafte ik. Lachend klopte ze op mijn kopje en nadat ze die kilo's dode bladeren van haar rug had gedaan, pakte ze me op zoals ik had gevraagd. Ik gaf haar een goedkeurend likje op haar wang voordat ik verder begon te snuffelen. Nee, alles was in orde. Net toen ik het sein wilde geven om me terug los te laten deed ze het: ze kneep me fijn door me te knuffelen! Ik probeerde me los te wurmen, maar niets hielp. Die pups van die naakte tweebenen waren echt te sterk voor woorden. Ik zocht in paniek om me heen naar hulp. Mijn oog viel op de duivelse grijns van professor Weins die kwaadaardige knuffel met een paarse pels in een witte jurk. Met zijn zwarte streepjes ogen keek hij me spottend aan. Waarschuwend begon ik te grommen. De pup volgde mijn blik en liet me terug vrij. Ik sloop naar de knuffel toe, voorzichtig zoals de kat van de buren die me elke keer doet schrikken, zo geluidloos als de mieren die de kruimels van mijn brokken stelen en zo onzichtbaar als de goudvis Gert die ik al lang niet meer in zijn bokaal heb zien zwemmen. Ik was er zeker van, hij zag me hem niet besluipen. Ik bevond me nog maar een snuitafstand van hem af. Zo traag mogelijk, vol pure concentratie strekte ik mijn nek uit. Ik opende mijn kaken en... Ik hapte in het zachte lijfje. Als een dolle begon ik met mijn kop te schudden. "Dit is de laatste keer dat jij me ooit nog zo aankijkt", gromde ik. Ik schudde zelfs zo hard dat hij wegvloog. Meteen zette ik de achtervolging in, maar ik was te laat. De pup had hem. Ik blafte dat ze hem neer moest leggen, maar met die domme grijns keek ze me aan terwijl ze professor Weins voor mijn neus hield. Leerde ze het dan nooit? Ik sprong naar voren en beet in de kop van de knuffel. Ik trok en trok, maar de kracht van zo'n gezonde pup was te groot. Ik kon niet tegen haar op. Professor Weins leek me toe te fluisteren dat het hem weer gelukt was en dat ik nooit van hem zou kunnen winnen. En hij had gelijk, hij zal ook winnen zolang die vervelende pup zijn poten hield waar ze moesten zijn. "Deze keer win jij, maar de volgende keer zal ik voor eens en voor altijd winnen!", gromde ik koppig met mijn staart gekruld tussen mijn benen en mijn slappe oren nog platter tegen mijn kop. Als een verliezer trok ik me terug naar mijn mand. De pup jankte, maar ik had echt geen behoefte om naar nog meer van haar gezeur te luisteren. Waarom zou ik ook? Ze heeft twee, uh iets minder gezonde ouders (ze zijn kaal en staan altijd op 2 voeten, dus niet echt gezond in mijn ogen) om haar op te voeden. Waarom zou ik het dan doen? Ik ben het beu om elke dag op de pups te passen, elke keer aan hen te snuffelen en om hen telkens weer bezig te houden. Nu ik het zo had opgesomd was het echt te veel. Ik zuchtte gefrustreerd en rolde me tot een bolletje wol op. Het beste is om nu gewoon te slapen.

Een koude hand op mijn hoofd een een dikke vinger die over de rug van mijn neus schaafde. Ik verlegde mijn gezicht zodat mijn neus verborgen lag onder mijn buik. Vervolgens kriebelde de koude vingers aan mijn oren. Ik gromde. Ik had hier dus helemaal geen zin in! Vervolgens begon de pup met haar klauwen aan mijn haar te trekken. ZO WAS HET WEL GENOEG! Ik hapte naar haar hand en ze piepte verontwaardigd van pijn. Ik denk dat ik meer last had van mijn oren dan zij van haar hand. Ze kiepte de mand om en trok me aan mijn halsband. Ze stikte me haast! Nadat ze de deur had geopend duwde ze me uit de deur. Ik weet niet precies wat ze tierde, maar ik verstond een paar onheilspellende woorden zoals: straf - buiten - en stout. Daarna smakte ze de deur dicht. Even was ik stil; het drong nog niet door wat er daarnet gebeurd was. Toen het me begon te dagen staarde ik vol ongeloof naar de reusachtige deur. Het was mijn schuld? Gooide zij, de pup, mij nu buiten? O, dus zo gaan we het spelen. Mij best! Ik heb jou of de anderen niet nodig! Ik kan me gerust redden zonder jullie. Ik draaide me om en met een blik vol vastberadenheid keek ik naar het gat in het hek. Ja, ik zal een beter leven vinden hier buiten. Jullie zullen me gaan missen zodra ik hier weg ben, maar hoeveel jullie ook zouden smeken, ik zal niet terug komen tot ik een mand vol koekjes heb gekregen. Wees daar maar zeker van.

Met die gedachte liep de kleine Maltezer naar het gat in het hek met daarachter avonturen die het hondje nooit had verwacht en dieren die misschien niet zo vertrouwbaar zijn als ze lijken...

Hey! Ik weet het, ik heb een lange pauze gepakt. Ik hoop dat je het leuk vond.

Read it, love it, like it and of course place a comment down below!

HondenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu