Verhuizen naar Drenthe

Hoofdstuk 1

Liv: Morgen is de grote dag. Ik ga weg, weg bij mijn ouders. Het is inmiddels 4 jaar geleden dat ik met dit idee kwam en nu komt mijn droom eindelijk uit. Samen met mijn allerbeste vriendinnetjes naar Drenthe verhuizen. Eerst waren mijn ouders nog bezorgd, maar later zagen ze in dat ik het best aan kon. 'Lieverd, we hebben besloten dat het mag. Je bent al zo zelfstandig en met die vriendinnen van je wordt het vast super gezellig. Wel uitkijken met alcohol.' Ik was super blij natuurlijk. 'Ik drink niet eens' zei ik tegen mijn ouders. 'Weten we, maar houd dat zo.'  
'Het komt goed, mam. Maak je geen zorgen.' 
Morgen krijgen we de sleutel en gaat het verbouwen beginnen. We hebben alle drie ons eigen huisje op één groot terrein. Elke avond in bed dacht ik aan de mooie omgeving en ons nieuwe leven daar op de boerderij. 

                                                               *

Bo: Ik kijk naar Quinn. Hij kijkt naar mij met natte ogen. Net aan tafel hebben we het gehad over morgen. Quinn heeft het er erg moeilijk mee. Ondanks dat wij niet een hele goed band hebben, gaat hij me ontzettend missen. Ik hem ook. Ik ga iedereen super erg missen. Natuurlijk mogen ze altijd op bezoek komen. Ik geef Quinn een knuffel en fluister in zijn oor: 'Je bent welkom bij mij thuis.' Dan loop ik naar boven om de laatste spullen in te pakken. Ik denk aan de komende jaren. Ze zullen anders zijn dan voorgaande jaren. Zonder mijn ouders, ik moet alles zelf doen. Mam heeft een paar weken geleden alles uitgelegd: wassen, koken, enz. Sinds dien doe ik het allemaal hier in huis en het gaat verassend goed. 'Ik denk dat het wel goed komt, lieverd. Als iets niet lukt, heb je nog je vriendinnen.' Voor hulp bij koken, heb ik Liv. Ze kan echt zo lekker koken!

                                                                *

Eva: Vanochtend had ik voor de laatste keer ruzie met Ilay. Hij riep naar me dat ik mijn troep moest opruimen, terwijl het niet eens mijn troep was. Daar begon de discussie die uitliep in een ruzie. Ik ga hem echt niet missen. Morgen ben ik weg en blijf ik voorlopig weg. Ik heb mijn hele leven met hem moeten doorbrengen en nu ben ik eindelijk van hem af. Over een paar weken mag hij langskomen maar eerder niet. Alleen mijn ouders zijn eerder welkom. Ik heb mijn toekomst al zo goed als helemaal uitgestippeld. Als we eenmaal wonen in het nieuwe huis wil ik een hondje en kippen. Ik heb er zo veel zin in! Vroeg naar bed vanavond, dan is het binnen no-time morgen!