Chapter ;2

4 2 0
                                    

Isaac

Het breekt me om te zien hoe haar kleine weerloze lichaampje zwak in mijn armen ligt. Ik schuif haar zweterige bruine haren uit haar gezicht weg en streel haar wang. Ergens wil ik boos op haar zijn omdat ze dit zichzelf heeft aangedaan, maar ik kan het niet. Het voelt alsof het mijn plicht is om haar te beschermen maakt niet uit voor wat. Ik zou alles voor haar doen, altijd. Ik kijk nog een keer om me heen om te kijken of ik al ergens ambulancepersoneel zie, maar het enige wat ik zie zijn mensen. Meisjes die tegen jongens aanschuren en het idee aan dat Jordan dat misschien ook heeft gedaan vanavond laat me walgen. Ik wend mijn blik van de koppels af en besluit het hef in eigen handen te nemen. Ik versterk de grip van mijn arm onder haar rug en laat mijn andere arm onder haar knieholtes glijden. Langzaam til ik haar op, waardoor haar dunne armpjes en haar stralende gezicht naar beneden gaan hangen. Haar donkere gekrulde haren komen tot mijn knieën, waardoor het niet in de weg zit als ik samen met haar in mijn armen naar de uitgang loop. Sommige meisjes kijken mij verlangend aan, terwijl andere me vol met afschuw en bezorgdheid aankijken. Ik trap de klapdeur gewelddadig open en laat mij en Jordan eruit. De frisse lucht moet wel koud aanvoelen op haar zweterige gezicht maar ik mag geen medelijden hebben, ze heeft zich dit zelf aangedaan. Ondertussen weet ik de weg naar de SEH uit mijn hoofd, waardoor ik op de automatische piloot met 140 km/h erheen scheur. Als ik met volle snelheid de bocht doorscheur, werp ik een blik naar de achterbank waar Jordan nog steeds buiten westen aantref. Geïrriteerd parkeer ik mijn auto en til Jordan uit de auto. Mijn geïrriteerde bui zwakt af, wanneer ik haar kritieke toestand in me opneem. Ik stap de SEH binnen en roep om een dokter, de vrouw achter de balie drukt geschrokken op allemaal knopjes. Er komen verpleegkundigen naar me toe gerend met een brancard, waarna ze Jordan uit mijn armen halen. Ik draai me van hun weg en wrijf gefrustreerd in mijn gezicht. Waarom doet ze dit iedere keer weer? Er gaat een keer komen dat ik er niet ben om haar te redden en dan heeft een probleem. Ze maakt me boos door haar beslissingen, ik hou van haar maar ik haat haar ook. Gefrustreerd neem ik plaats op een bankje en pak mijn telefoon. Ik staar naar de foto die verschijnt als ik hem aan doe. Het is een foto van Jordan en mij op haar kamer, ze wou per se dat ik deze foto als achtergrond deed zodat ik iedere dag herinnerd werd aan haar. Aan haar domme gedrag zal ze bedoel, de zorgen en de frustratie vreten me op vanbinnen. Ze zou waarschijnlijk willen dat ik Xander zou appen om hem op de hoogte te houden van haar toestand, maar fuck dat. Hij is de reden dat je hier ligt en dan zou ik hem moeten appen? Ik haat die kerel, ik zou willen dat je hem nooit ontmoet had. Na 10 minuten verder peinzen komt de verpleegkundige weer naar buiten en kijkt zoekend de kamer rond, wanneer ze mij ziet knikt ze opgelucht en loopt ze twijfelachtig op me af.

'Hallo, ik snap dat u hartstikke geschrokken bent van het incident en het is goed dat u zo snel gehandeld heeft.' Ze slikt en wrijft nerveus in haar handen. Het was geen incident, want dit is al de zoveelste keer. 'Maar ik moet u vragen of de patiënt suïcidaal is?', mompelde de verpleegkundige. Een cynische grinnik verlaat mijn lippen, waarna ik antwoord: 'Nee, nee Jordan is niet suïcidaal.'

'Oké, dat is fijn om te horen. Het gaat goed met haar. Ze heeft een overdosis van alcohol, maar ik neem aan dat u dat al begrepen heeft?' Ik knikte als antwoord en wreef gefrustreerd in mijn nek. 'We hebben haar koorts naar beneden gebracht en haar maag leeggepompt. Het is nu wachten tot ze weer bij komt. We moeten instanties inlichten doordat het een alcohol overdosis is en doordat ze minderjarig is. Heeft u toevallig haar ID of het nummer van haar ouders?' Ik wist dat dit zou gebeuren en langzaam knik ik mijn hoofd. 'Ik heb niet haar ID-kaart. Ik denk dat ze die onderweg is verloren, maar ik heb wel het nummer van haar ouders.' De verpleegkundige knikte medelevend en haalde pen en papier uit haar borstvakje, waarna ze het aan mij overhandigde. Ik schreef een verzonnen nummer op het blaadje met de naam Lieke de Jong erbij. Met tegenzin liep ik achter haar aan naar het donkere kamertje achter in de hal. Ze draaide zich om en keek me medelevend aan, waarna ze zei: 'Het spijt me voor je dat je je vriendin zo moet zien.' Ik knikte geïrriteerd en opende de deur van Jordans kamer. Haar bruine krullende haren lagen verwilderd langs haar en haar lijkbleke huid gaf licht in de duisternis. De nattigheid van haar zweet glinsterde door de kleine beetjes licht die door de gordijnen naar binnen schenen. Het breekt me om haar zo te zien. Ik liet mijn vingers langs haar slaap tot haar wang glijden en staarde naar haar vochtige lippen die een beetje uiteen stonden. Ik kan haar niet zo hier achterlaten, want de vrouw gaat erachter komen dat het nummer niet correct is. Als haar vader erachter komt dat ze hier ligt dan doet hij haar iets aan. Met tegenzin trek ik het infuus uit haar hand en haal ik de zonde uit haar neus. De paar stickers op haar borst trek ik er ook af en dan til ik haar weer in bruidshouding op. Haar hoofd leunt tegen mijn borstkast aan, waardoor ik nog erger de druk voel om haar te beschermen. Ik kijk de kamer rond en zie een rolstoel staan in de hoek van de kamer. Het zou raar zijn als ik haar zo het ziekenhuis uit til en omdat ze al zo in de gaten wordt gehouden kan ik maar beter voorzichtig doen. Ik rol haar het ziekenhuis uit en knik ondertussen vriendelijk naar het personeel dat me fronsend aanstaart. Wanneer we bij mijn auto aankomen zie ik een meisje ernaast staan. Ze heeft perfect blond stijl haar en een mager figuur. Hoe dichter we bij haar komen hoe meer ik haar ga herkennen en plots herken ik wie ze is. 'Fuck.', vloek ik binnensmonds. Ze draait zich om en kijkt me met rode ogen vol tranen aan. 'Isaac, laat me alsjeblieft uitpraten.' Ik rol mijn ogen en zucht luid, waarna ik mijn hoofd optrek om haar duidelijk te maken dat ze kan praten. 'Ik weet dat je me niet meer wilt zien en dat je klaar met me bent, maar ik wil graag weten waarom. Dan kan ik dat misschien veranderen, want ik hou echt van je!' Het doet me pijn haar zo te zien, maar ik mag geen emoties tonen die ze tegen me kan gebruiken. 'Jij en ik weten allebei dat ik niet goed voor je ben, Ade.' Ze steekt haar trillerige hand naar me uit en schud hevig haar hoofd, waarna ze snikkend zegt: 'Nee, dat is niet waar. Jij hebt dat alleen besloten, net zoals je alles alleen besluit. Je liet me nooit binnen en ik mocht je nooit helpen.'

'Je weet dat ik dat uit bescherming deed toch. Ik wil niet dat je verstrengeld raakt in mijn.'

'Dat is niet jouw beslissing om te maken!', schreeuwt ze woest naar me. Ik neem het haar niet kwalijk, want hoe erg ik het ook heb proberen te voorkomen ik heb haar gebroken.

'Ja prima. Kan ik nu gaan?', mompel ik geïrriteerd, terwijl ik telkens met een schuin oog naar de ingang van het ziekenhuis kijk.

'Hoezo denk jij dat je zo tegen me mag doen? Ik verdien een antwoord!' Nu raak ik gefrustreerd.

'Die heb ik je gegeven, Ade! Maar jij wilt niet lui.'

Weer onderbreekt ze me, door naar me te schreeuwen: 'Dat is geen antwoord!'

'Laat me godverdomme uitpraten!' Ik verhef mijn stem tegen haar. 'Ik wil je niet verwoesten. Je bent een prachtige meid met een goed hart. Dat past niet bij zo'n iemand als mij. Ik ben met alles het tegenovergestelde van jou. En ik wil niet dat je je tijd verdoet met iemand die drukker bezig is met zijn vrienden dan met jou!' Ze staart naar haar schoenen en haar schouders schokken omhoog en omlaag, ze huilt. 'Je bent niet druk met je vrienden, Isaac.' Ze hief haar hoofd op en wierp een vieze blik naar Jordan die ondertussen onderuitgezakt in de stoel hangt. 'Je bent druk met haar, alles draait om haar en je geeft fucking niks om anderen, zolang fucking Jordan maar oké is.' Woest bal ik mijn vuisten totdat mijn knokkels wit kleuren en sis ik: 'Praat niet zo over haar.'

'Wat? Zie je de realiteit onder ogen? Zie je nu eindelijk dat deze aandacht vragende drugsverslaafde je tijd niet waard is?' Furieus grijp ik haar keel beet en druk ik haar hardhandig tegen de auto aan. Ik hou haar op haar plek door mijn lichaam tegen haar aan te drukken. Onze lippen raken elkaar bijna en haar geschrokken ogen staren in de mijne. 'Als je je bek nog één keer over Jordan opentrekt dan beloof ik je dat je erna niet meer kan praten. Laat mij en Jordan met rust en zoek iemand anders tegen wie je kan zeuren. Als ik je nog één keer in onze buurt zie dan kom je te weten waar ik het over heb.' Langzaam laat ik mijn hand om haar keel wegglijden en stap ik achteruit. Op haar keel is mijn rode hand te zien. Ze brengt haar handen naar haar keel en roept angstig: 'Je bent een monster weet je dat?' Ik schud met mijn hoofd naar de weg, waarna ze beverig weg wankelt. Ik open mijn auto en til Jordan dit keer in de bijrijdersstoel, waarna ik plaats naast haar neem. Voordat ik de auto start werp ik nog een blik naar haar en een kleine glimlach verscheen rond mijn lippen.

A/N: Deel 2 alweer, je moet er vanuit gaan dat alle delen ongeveer zolang worden als deze. Ik hoop dat het verhaal nog een beetje interessant is, want er gaan veel gare dingen gebeuren! Be prepared. #KNOWLEDGEISPOWER

KNOWLEDGE IS POWERWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu