den haag. alwetende verteller

59 2 0
                                    

Het was een zwoele zomeravond. In het jaar 2021. Een meeuw vloog tederzacht over. Zijn silhouette vormde een zwarte vlek op het oneindige schilderij van warme kleuren dat de zon in de helblauwe hemel had geschilderd. Het strand lag daar maar. In eeuwige stilte.
Luisterend naar het lied van de golfen, naar de schuimkoppen die ruisend het zand tegemoet stroomden om vervolgens weer weg te kunnen glippen. Luisterend naar de ademhaling van moeder natuur.
Op
en
Neer
Er stond een man op het duin. Hij droeg een lange bruine jas en leren laarzen die eigenlijk veel te warm waren voor het seizoen. Zijn ogen gleden van de zee naar twee jonge kinderen die rennend en springend, gierend en brullend over het strand struinden. Niet dat hij ze kon verstaan, alles wat de man kon horen waren de woorden die de wind in zijn oren fluisterden en het gezang van al dit leveloze dat nog nooit zo levendig bleek. "Later kan jij dat ook", mompelde de man in zichzelf. Een brede glimlach beklede zijn gezicht. Hij moest denken aan zijn pasgeboren zoontje. Een baby, zo gekoesterd, zo geliefd, zo perfect, vond de man. Hij hield een smalle fles wijn de lucht in en zei tegen niemand in het bijzonder: "Op een lang en gelukkig leven!" Hij bracht de fles aan zijn lippen en nam een flinke teug. "Daarvoor zal ik alles doen mijn kind. Ik zal bergen verplaatsen, de zon laten huilen, zijn vlammen likken, gewoon, omdat ik van je hou."
De man knielde neer, zette de wijn vast in het zand en maakte het zich gemakkelijk terwijl hij de kleurrijke hemel bewonderde.
"Zezar!"
De man keek verwilderd om zich heen tot hij de aanblik ving van zijn collega en beste vriend Johannes, die met grote passen op hem af kwam. De man die Zezar scheen te heten was verbaasd zijn vriend hier te zien. Hij was er nog wel zo zeker van dat hij Johannes niet had verteld over zijn vertrouwde denkplekje. "J. Wat kom jij hier doen?" Zezar moest met zijn ogen knijpen om in het felle zonlicht, Johannes zijn gezicht te kunnen onderscheiden.
"Je met je zoon feliciteren natuurlijk!
Oh, en je vertellen dat NASA weer een of ander idioot plan heeft getrokken."
Johannes begon een beetje op zijn voeten te wiebelen nu hij zag dat de ogen van zijn vriend steeds groter werden. "Wat hebben ze nou weer.....?" Nog voor hij zijn zin af had, perste hij zijn lippen stijf op elkaar.
Zijn nu totaal verzuurde gezicht vloekte met de schoonheid van de natuur er omheen. Zezar was de diricteur van ESA; De European Space Agency . Dat was waarom hij en zijn vriend zo'n hekel hadden aan NASA; de National Aeronautics and Space Administration. De twee ruimtevaartbedrijven hadden destijds een onderlinge strijd gaande vanwege de fout die NASA een half jaar geleden had begaan. Door een kleine misberekening van NASA tijdens de lancering van een raket was er namelijk een deel van het vliegende voertuig losgeschoten, nog voor het de dampkring had verlaten. Deze plaat ijzer die vervolgens als een meteoriet op de aarde af suiste, deze misberekening, heeft 47 mensen het leven gekost. Natuurlijk was NASA in minstens evengrote shok als de rest van de wereld, maar dat veranderde niets aan het feit dat zij het bloed aan de handen hadden kleven. Het bedrijf dreigde zelfs een tijdje failliet te gaan vanwege de slechte reputatie. "Ze willen een oliepomp en een gas centrale bouwen op Mars, als een soort goedmakertje voor het ongeluk"
Zezar nam aan dat het een grap was en stond op het punt om luidkeels te gaan lachen, totdat hij de serieuze blik opving die op johannes zijn gezicht rustte.
Nu was Zezar stomverbaast. " Dat meen je niet?" Johannes knikte spijtig en kwam naast zijn vriend zitten. Hij griste de fles wijn uit het zand en nam een bescheiden slokje. "Was het maar een grap..." Johannes vormde kleine rondjes in de lucht met de onderkant van de fles en luisterde hoe de alcoholische substantie tegen de glazen wanden aan klotste. " Hoe dom moet je zijn om te denken dat dat goed af zal lopen? ESA heeft vorig jaar nog overwogen hetzelfde te doen... tot het ons duidelijk werd dat het ongelooflijk gevaarlijk is, explosief. En aangezien hun vorige "o zo doordachte " plan bestaat er geen kans dat dit enigzins goed uit kan pakken" Zezar beet geërgerd op zijn onderlip. "Dus... wat ga je er aan doen?" Johannes probeerde de blik van zijn vriend te vangen. Maar alles wat hij kreeg waren deze lege ogen die schier langs hem heen staarde. "Niets", antwoordde Zezar op fluistertoon, "helemaal niets".
Toch, ondanks zijn ontmoedigende reactie, verscheen er een brede glimlach op Zezars gezicht; "zolang mijn kind maar veilig is." Johannes trok zijn wenkbrouwen op; "je kind? Er staan heer heel wat meer levens op het spel dan slechts dat van je kind, Zezar! Gerotzooi met mars kan catastrovale gevolgen hebben!" maar Zezar luisterde al niet meer. "Ik zal alles doen voor zijn veiligheid. Alles. Ik heb het hem beloofd", zei hij zelfverzekerd. Zezar keek nu strak voor zich uit. Naar het rood van de ondergaande zon. Naar het het helderde licht dat de zee liet schitteren als een nacht vol fonkelende sterren. "Je bent gek vriend, vertel me eens, hoe wil je je zoon in godesnaam beschermen?" Nu begonnen Zezars ogen pas echt twinkelen. "ik zal een vleilige have bouwen. Als een schilt. Johannes, ik bouw gewoon een ondergrondse stad!" Eindelijk keek hij zijn vriend aan "een toevluchts oord" bevestigde Johannes twijfelachtig. "En waar wil je die dan kwijt? Heb je er uberhaupt over na gedacht hoe je het voor elkaar wilt krijgen ?" Zezar grinnikte. Gamuseerd door de verwaring van zijn vriend. " ik gebruik mijn nieuwste teleportatie machine en huur wat bouwvakkers, van vlees en bloed natuurlijk, die bouwrobots vertrouw ik voor geen meter." Toen apel 3 jaar geleden de eerste vunctioneerede robot uit bracht waaren ze nog vrij simpel en niet zo populair. Inmiddels waren ze erg geafanceerd en geliefd door de mensheid, ze deden de afwas, maaide het gras, poetste de vloer. vrijwel ieder gezin had er een. Maar Zezar niet. Hij had een hekel aan die dingen, vond ze koud en hard, alles behalfe gezellig. Zezar was immers een sveer lievend persoon. "En wat de locatie betreft, daar!" Hij wees naar het water, dat zich exact onder de zon bevond. "Daar waar de zon altijd voor hem zal schijnen, zal ik een stad bouwen. Een stad zo mooi dat de rest van de wereld er zoizo niets meer toe doet. Een stad genaamd:
Caffare. "


Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: May 13, 2016 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

ZWART IJZERWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu