(Dit verhaal is geschreven voor de schrijfwedstrijd 'een bovennatuurlijk begin' van WattpadFantasyNL door gebruik te maken van het prompt: 'Iets of iemand voorspelt dat je toekomst magisch eruit gaat zien, wat houdt dat in?')
'Bam!' De klink van de zware houten deur bonst tegen de muur naast het deurgat. In de deuropening was een vrouwtje verschenen. Ze heeft die typische uitstraling van een klein oud nors mens; Erg ver voorovergebogen, twee ronde glazen met een smal goudkleurig montuurtje op haar neus geplakt en met wat grijze haren in een knot gewikkeld op twee lokken die aan beide kanten van het rimpelige gezicht naar beneden hingen na. Ze heeft zelfs een kleed om zich heen gewikkeld dat als een mantel over haar schouders naar beneden valt.
Ze heft haar hoofd wat op om in mijn richting te kijken met twee fronsende wenkbrauwen. Haar lippen zijn ook in een frons gevormd tot ze haar lippen van elkaar afhaalt om te spreken. Uit haar keel komt een krakende stem, waarmee ze bars de woorden: "Wie ben jij? En wat kom je doen?" uitspreekt. "I-i-ik woon aan de overkant van de straat. Mijn moeder had wat stoofperen gemaakt en we hadden nog wat over. Ze heeft mij gestuurd om u wat stoofpeertjes te brengen." Ik schraap mijn keel een keertje hard. 'Heel soepel, zeg,' denk ik in mijzelf 'al dat stamelen aan het begin van een zin.'
Als ik mijn blik op haar gezicht richt, heeft ze nog steeds een frons op haar gezicht staan, maar mijn ogen worden automatisch naar de grote glimmende pukkel op haar neus getrokken. Vroeger was ik bang voor haar. Ik beeldde mezelf altijd in dat ze een heks was en dat ze kleine kindertjes lokte zoals mij en daarna met een gniffelend lachje me helemaal zou oppeuzelen. Gauw wend ik mijn blik van haar neus af. Nu weet ik wel beter.
"Goed. Goed. Goed." Dat zijn de woorden die ze binnensmonds mompelt, waarna ze zich omdraait en een weg naar binnen strompelt. Ze spreekt haastig een paar woorden voor haarzelf uit. 'Kom naar binnen', 'niet koud worden' en 'op het fornuis zetten' vang ik vaag met mijn oren op en ik besluit achter haar aan naar binnen te lopen. Ze slaat direct naar links een klein keukentje in. Ik volg vlak daarna en er dringt meteen een sterke kruidige geur door mijn neusgaten.
Het keukentje is oud, net zoals de buitenkant van haar huisje. Het huisje dat helemaal niet in de buurt past, aangezien de rest van de huizen allemaal een stuk modernere uitstraling hebben. De wand is bedekt met kleine tegeltjes met krullende figuurtjes erop. Overal op het aanrecht staan geopende potten en liggen zakjes met verschillende kruiden. Het lijkt alsof er net nog iemand aan het koken was. Dat klopt ook, want op het fornuis staat een pan te pruttelen.
Het vrouwtje schraapt haar keel en wijst naar het pitje naast de grote pan. Vlug plaats ik het kleine zwarte pannetje met stoofperen op het fornuis. De vermoeidheid van dat pannetje voor me moeten ophouden, voel ik in mijn armen trekken als ik het ding eindelijk niet meer vast hoef te houden. "Ik eet normaal geen stoofpeertjes bij mijn soep," zegt ze, maar het komt er bijna als een snauw uit, "maar vooruit dan maar."
Ik probeer haar een kleine glimlach toe te werpen om haar humeur wat te verbeteren, maar het wil niet baten. Ze negeert me volledig om vervolgens met kleine vlugge stapjes razendsnel langs me af te schieten. Om daarna tussen de vele spullen op het aanrecht achter me te gaan rommelen. Na een klein momentje klinkt er een opgewekt geluidje en ze strompelt weer terug naar het fornuis met een zakje in haar hand geklemd. Ze tilt de deksel van de grote pan op en ik kan een blik erin werpen. Het bruine goedje dat in de pan borrelt is niet bepaald een smakelijk aanzicht, maar in tegenstelling ruikt het wel heerlijk. De vrouw pakt wat kruiden uit het zakje en strooit het in de pan. Vervolgens legt ze het zakje aan de kant en pakt de pollepel naast het fornuis op en begint al roerend woordjes voor zich uit te prevelen. Ze draait de lepel zo verwoed door de pan heen dat het goedje bijna over de randen heen klotst.
JE LEEST
Waar de pen het papier strijkt...
General FictionWaar de pen het papier strijkt, daar wordt geschreven. Een verhalenbundeltje om het maar even heel kort te zeggen.