Chapter Twenty - Five

295 6 1
                                    

Ilham Bensaid,

"Ilham, ik maak je af!" riep Farah woedend terwijl ze aan de andere kant van de badkamer deur stond. 'Geduld, ik ben over een paar minuten klaar!' riep ik terug. Ze bonkte hard tegen de deur aan. "Dat roep je nu al een half uur" zei ze geïrriteerd. Ik schoof het laatste speldje in mijn knot. Ik sprayde nog wat parfum op en opende vervolgens de deur.

Farah stond mij ziedend aan te kijken. Ik glimlachte en kneep in haar wangen. 'Lachen is gezond lieve Farah' zei ik. Ze sloeg mijn handen weg en liep de badkamer in die al snel op slot viel, ik grinnikte.

Ik liep naar de keuken waar ik een broodje tonijnsalade voor mij zelf klaar maakte. Ik ging aan tafel zitten en at gulzig van mijn broodje terwijl ik op mijn telefoon keek.

Toen ik het eten had afgerond ruimde ik alles af. Ik goot nog wat koffie in mijn Starbucks beker en liep naar de hal. Ik schoof mijn voeten in mijn donker rode Gucci loafers en deed mijn zwarte blazer over mijn satijn zwarte jurk aan.

Met mijn laptop tas en mijn koffie liep ik de deur uit. 'Farah, ik ben gaan werken!' riep ik voordat ik de deur sloot. Ik liep het appartementen complex uit. Vol verbazing keek ik naar Amir die mij van top tot teen aankeek.

"Jij bent goed gekleed?" zei hij. Ik haalde me neus op  en keek hem nu strak aan. 'Bedankt' zei ik. Toen ik langs hem heen wou lopen hield hij me stevig vast. "Waar ga je heen?" vroeg hij. 'Werk.'

"Ik breng je wel" ik schudde met mijn hoofd. 'Ik ga met mijn eigen auto aangezien ik ook terug wil' zei ik. "Ik kom je ook ophalen, wijsneus" ik rolde met mijn ogen en stapte in zijn auto.

'Wat doe je trouwens hier zo vroeg?' vroeg ik. Hij pakte mijn hand en drukte er een lange kus op. "Ik wou je even zien" zei hij. Ik knikte. "Tot hoe laat heb je dienst?" vroeg hij. 'Zes uur.'

"Ik sta dan voor het de deur, goed?" ik knikte. In stilte reden we naar kantoor. Hij parkeerde zijn auto voor de deur. "Schoonheid" ik keek op. 'Ik hou van je' zei hij. Ik bloosde lichtjes. Hij drukte een kus op mijn lippen. "Ik zie je later."

Ik stapte de auto uit. Ik zwaaide naar Amir en liep het gebouw in. Ik werd meteen begroet door Salma die mij met een grijns aankeek. "Wie was die schoonheid die jou heeft afgezet?" vroeg ze nieuwsgierig. Ik legde mijn tas op de balie. 'Amir' fluisterde ik verlegen. Ze moest lachen.

"Is mevrouw de advocaat serieus verlegen nu?" vroeg ze lachend. Ik rolde met mijn ogen. Ik pakte mijn tas van de balie af. 'Ik ga naar mijn kantoor, ik spreek je zo' zei ik. "Doe je ding, advocaat" ik stak mijn tong naar haar uit.

Met een brede grijns liep ik richting mijn kantoor.

Amour  (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu