Dit verhaal zal alleen uit het standpunt van Bella geschreven worden terwijl ze vampier is. Edward en zijn familie zijn ook vampieren. (voor wie dat nog niet wist)
Ik liep naar het secretariaat om me aan te melden. Ik was nieuw op school. Gisteren was ik in deze 'stad' toegekomen. ik moest bij elke les een briefje laten ondertekenen. Mijn vader Charlie had ervoor gezorgd dat ik geen LO moesten. Daar was ik hem heel dankbaar voor! Ik was een beetje een verlegen type.
Wanneer school eindigde liep ik naar mijn nieuwe BMW om naar huis te rijden, toen er een klein meisje met kort zwart haar naar me toe kwam. Ik zag aan haar ogen dat ze ook vampier was. We hadden dezelfde ogen, want blijkbaar dronken we allebei dierenbloed.'Hallo, ik ben Alice. Ik denk dat we een keer moeten afspreken! Kun je morgenavond na school?' zei het meisje, Alice genaamd op een tamelijk stille manier die zeker niet hoorbaar was voor mensen. Ik antwoordde op diezelfde manier. 'Ja, lijkt me leuk! Hoe spreken we af'. 'Ik kom je ophalen bij je thuis!' zei ze. Ik stemde in en ze liep terug naar haar familie. Haar hele familie keek me aan. Vooral een jongen met brons haar, hij keek me heel raar me alsofer iets mis was met me. Ik stapte in de auto die ik van mijn vader, Charlie had gekregen. Ik was heel blij toen ik hem zag, ik wilde al helemaal niet rond gereden worden met een poitieauto, Charlie was een politieagent hier in Forks. Nu zat ik in mijn auto en reed de parkeerplaatsaf, ik keek nog even naar Alice en haar familie, ze stapten nu ook in hun auto's IK draaide me vlug om en reed naar huis.
Toen ik thuis kwam, was Charlie er al. Ik ging dus vlug naar binnen. Ik maakte me klaar om te gaan jagen, ik zou dat doen in het bos achter ons huis. Toen ik klaar was om te vertrekken, werd Charlie gebeld van zijn werk, omdat er een ongeval wa gebeurd. Hij moest dus vlug weer weg. En ik vertrok op jacht. Ik kwam erg laat terug, ik moest fit zijn voor morgen om andere vampieren, die dierenbloed drinken, te ontmoeten
--De Volgende Dag--
Ik had de hele nacht ee boek gelezen dat ik gisteren op school had gekregen. Het was al uit toen ik opstond uit de zetel om me op te frissen om naar school te gaan.
Ik reed met mijn BMW het schoolplein op. Ik keek rond en zag Alice staan. Ik stapte uit en ging naar haar toe. Ze was de enige die iets tegen me gezegd had om m'n eerste schooldag. Toen ik bij haar kwam, zei ze: 'Dag Bella, hoe gaat het? Niet vergeten dat we vanavond hebben afgesproken?'. 'Goed en nee, ik ben het niet vergeten!' , zei ik 'goed! kom je vanmiddagbij ons zitten?' , vroeg ze. Ik antwoordde:' OK' . En we liepen elk naar onze klas. Ik had eerst biologie en blijkbaar had een van de broers van Alice ook biologie. We stapten de klas binnen. Terwijl dat de broer naar zijn plaats liep, vroeg ik aan de leerkracht waar ik moest zitten. Hij zei dat ik naast Edward, de broer van Alice, mocht gaan zitten. Hij keek me aan en zei op een lage toon die zelfs voor mij moeilijk hoorbaar was: 'Hallo, ik ben Edward. Je hebt Alice, mijn zus al ontmoet. Jij moet bella zijn?' . Ik knikte en de les begon. Ik had voor mezelf voorgenomen om eens goed op te letten, maar Edward staarde de hele les naar me. Ik werd er zelf een beetje door geÏrriteerd! De eerste keer dat ik hem ontmoette, vond ik hem heel erg raar en nu vond ik hem heel mysterieus en nog altijd raar. Misschien zou ik vanavond weten wat er met hem aan de hand is.
De rest van de dag dacht ik de hele tijd aan Edward. Waarom keek hij de hele tijd naar mij tijdens biologie?
--s'Avonds--
Het was avond. Ik zat thuis te wachten totdat Alice of een andere Cullen me kwam halen. Opeens ging de bel. Ik stond vlug recht en ging naar de deur. Alice stond voor de deur. ik nam mijn jas en schoenen, deed ze aan en ga mee met Alice. Ik roep nog naar Charlie dat ik laat thuis zoun zijn. Hij maakte een instemmend geluidje en dan trok ik de deur achter me dicht.
Het was een lange rit naar hun huis, vooral door bossen. ik kon me niet meer oriénteren, ik wist dus totaal niet waar we zijn. Opeens zei Alice: 'We zijn er bijna!'. Ik schrok er een beetje van. Ze had nog helemaal niets gezegd. Ik knikte en keek terug door de voorruit. Toen stopten we voor een groot huis met veel ramen. het was zo open. Alice en ik stapten tegelijk uit de auto. Terwijl we naar de voordeur liepen, wed die opengedaan door een jonge man, Hij had blond haar en had een doktersjas aan. Hij was vast de vaderfiguur in de familie. We gingen binnen en die man zei:' Hallo jij moet vast Bella zijn? Ik ben Carlisle'. 'Ja ik ben Bella', antwoordde ik. We liepen verder met carlisle voor mij en alice achter mij. We gingen naar de eerste verdieping en daar zat de hele familie kende ik al, behalve een vrouw met een hartvormig gezicht. Ze zag er heel moederlijk uit. Ze kwam naar moe toe en zei:'Hallo ik ben Esme'. Ik antwoordde:'Hallo, ik ben Bella'. Esme knikte, ze wist natuurlijk al hoe ik heette. Carlisle vroeg nog hoe ik leefde en als ik het niet stom vond nog mijn vader, die ook vampier is te leven. Ik antwoordde dat ik dat niet erg vond. HIj was toch bijna altijd op zijn werk en dus bijna nooit thuis. Bij hem leven was alsof ik op mezelf leefde. We babbelden nog de hele avond totdat ik besloot om maar eens naar huis te gaan. Ik ging dus naar huis.