Deel 1

11 4 0
                                    

Ik had hem de afgelopen weken regelmatig op de trappen van het grote, statige bibliotheekgebouw gezien toen ik van de winkel naar huis stapte. Hij zat er steeds in het gezelschap van zijn hond. Er waren wel meerdere daklozen hier in de buurt, maar om de één of andere reden trok hij steeds mijn aandacht. Hij leek nog niet heel erg oud te zijn en nog niet zwaar gehavend door het leven op de straat. Uiteraard had hij nood aan een stevige schrobbeurt, maar hij had nog al zijn tanden en er danste nog altijd een sprankel hoop in zijn ogen.

Toen ik die donderdagavond voorbij de trappen liep, terwijl mijn adem wolkjes vormde in de koude januarinacht, besloot ik toch even te stoppen. De afgelopen dagen werd er op iedere nieuwskanaal gewaarschuwd voor een sneeuwstorm die er zat aan te komen. Het zou ongeziene hoeveelheden sneeuw met zich meebrengen. Natuurlijk waren we hier wel het één en het ander gewend, maar dit zou next level zijn. Overal waren mensen de nodige voorbereidingen aan het treffen om de storm uit te zitten. Er werd volop eten in geslagen, noodgeneratoren waren overal uitverkocht en scholen hadden al aangekondigd een week te sluiten.

Ik was die avond zelf nog even langs de winkel gegaan om wat extra voedsel en andere benodigdheden in te slagen. In de supermarkt had ik bewust een broodje met eiersla meegenomen om aan hem te geven. Voor zijn hond had ik een klein pak hondenbrokken meegenomen.

"Hey," zei ik terwijl ik naar het duo toeliep dat op hun gebruikelijke plek zat. Ik vermoedde dat ze hier ergens in de buurt sliepen. Misschien in een shelter, misschien ergens in een steegje. De man keek verschrikt op. Ik haalde het broodje uit mijn boodschappentas en stak het hem toe. Hij nam het dankbaar aan.

"Luister," ging ik verder, "Ze voorspellen een zware sneeuwstorm de komende dagen. Kan je terecht bij een shelter?"

Hij haalde het broodje uit de plastic folie en zette zijn tanden er in. Zonder iets te zeggen knikte hij alleen maar en haalde zijn schouders op. Ik knielde neer bij zijn hond en gaf hem een paar krabjes achter zijn rechteroor. Uit mijn boodschappentas haalde ik de hondenbrokken tevoorschijn. Ik had niet gedacht aan een schaaltje om ze in te doen, maar zou zou het ook wel gaan. Snel opende ik het pak en haalde er een handje brokken uit. Enthousiast vloog de hond er op af.

"Hooo maar, Tucker!" lachte de man en greep de hond snel bij zijn halsband. Ik moest me schrap zetten, want in al zijn enthousiasme duwde de hond me bijna van de trappen.

"Hebben jullie een plaats waar jullie terecht kunnen?" vroeg ik nog een keertje. Ik zat nu op ooghoogte van de man. Hij zag er ruw en gehavend uit met een onverzorgde baard en vettige haren die sluik langs zijn gezicht hingen, maar zijn ogen trokken alle aandacht. Twee heldere, ijsblauwe ogen.

"De meeste shelters laten geen dieren toe," bromde hij en haalde opnieuw zijn schouders op. Intussen was zijn hond brokken rechtstreeks uit het pak aan het opschrokken.

"Je kan de komende dagen echt niet buiten blijven," ging ik meteen tegen hem in. Hij schudde zijn hoofd alsof hij niet helemaal geloofde wat ik zei. Ik kende zijn soort maar al te goed. Het koppige soort dat dacht dat hij het altijd beter wist en zijn plan wel zou trekken. Typisch. Om eerlijk te zijn had ik geen zin te proberen om hem te overtuigen. Het was niet aan mij om hem te doen inzien dat het misschien niet de ideale moment was om buiten te vertoeven. Als hij geen zin had om te luisteren, dan was het maar zo. Ik voelde me er slecht bij, dat zeker wel, maar veel meer kon ik niet doen.

Of misschien wel.

Ik diepte een kassaticket en een balpen uit mijn handtas. Snel kribbelde ik er mijn adres op. Het was twee straten verder.

"Als je toch nood hebt aan onderdak tijdens de storm, dan zijn jullie welkom bij mij. Dit is mijn adres. Het appartement met de oranje ster."

Hij keek me even aan met zijn doordringende blik. Een flauwe glimlach speelde rond zijn lippen. Ik duwde het kassaticket in zijn handen en pakte mijn spullen bij elkaar. Snel liep ik de trappen terug af. Ongetwijfeld zouden er tijdens de storm doden vallen en helaas waren dat vaak daklozen zoals hij. Ik hoopte uit de grond van mijn hart dat hij naar een shelter zou gaan waar hij de storm veilig kon uitzitten.

Nog voor ik thuis was, begonnen de eerste sneeuwvlokken neer te dwarrelen.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Mar 10, 2022 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

De sneeuwstormWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu