Ik zuchtte even diep terwijl ik in de spiegel keek. Mijn haar zag er compleet niet uit en mijn licht rosse krullen leken wel plat tegen mijn nek aangedrukt. De wallen onder mijn groene ogen deden er ook geen goed aan. "Komaan Lizzie, nog één dag, dat kun je wel." mompelde ik mezelf toe. Ik nam wat concealer, kam en een elastiekje. Dat moest het hem doen. Na even was ik weer toonbaar en klaar om naar mijn werk te gaan. Soms voelde het eerder als een marteling, zeker in het weekend, zoals vandaag dus. Zondag kwamen de ergste klanten naar het café, nog een laatste keer zich zat zuipen om hun problemen te vergeten. Dan werden ze vaak wel handtastelijk. Vanaf morgen begon het nieuwe academiejaar, mijn eerste jaar aan de universiteit. Daarvoor deed ik alles, ik had het geld hard nodig.
Snel stapte ik van de trap af en werd gegroet door de bezorgde ogen van mijn moeder. "Goedemorgen, is er iets?" vroeg ik haar maar ze schudde haar hoofd. "Nou, ik hoop van het toch van niet. Heb je wat kunnen slapen?" vroeg ze me nu bezorgd. Ik zuchtte, misschien kon ik het toch niet helemaal goed verbergen dan. "Is het zo duidelijk dan?" vroeg ik en keek naar mijn schoenen. Ze grinnikte maar schudde haar hoofd. "Niks om je zorgen over te maken, lieverd. Je ziet er goed uit." zei ze met een knipoog. Ik haalde opgelucht adem en nam plaats aan tafel om mijn ontbijt te eten. Mijn medicatie lag weer klaar. Al jaren nam ik medicatie tegen de hoofdpijn die ik kreeg. Mam zei altijd dat het gewoon migraine was en ik hoopte zo dat ze gelijk had. De medicatie leek wel te helpen dus dat was goed.
Na mijn ontbijt pakte ik snel mijn spullen en vertrok naar mijn werk. Ik werkte in een café niet ver van mijn huis vandaan dus ik was blij dat ik te voet kon gaan. Toen ik er eindelijk was werd ik begroet door het vriendelijke gezicht van mijn collega James. "Hey Liz!" zei hij met een glimlach en nam me in zijn armen. Zijn knuffels waren de beste, als ik me even niet goed voelde moest ik maar gewoon één knuffel van hem hebben en ik voelde me alweer beter. "Hey James, je mag me wel weer loslaten hoor." kuchte ik even en hij grinnikte voor hij me nog steviger vast pakte. "Ik kan niet ademen." proestte ik even en hij liet me met een lach los. Ik moest even naar adem happen en begon te lachen. "Oké, laten we maar beginnen met alles schoon te maken hier voor we open doen." zei hij en ik knikte.
Na een tijdje kwamen de eerste klanten binnen. Zaken gingen vlot vandaag en het werk was doenbaar. Ik was blij dat het nog niet opgevallen was dat ik best moe was. "Als je wilt doe ik de volgende klant wel." zei James en ik keek hem met vragende ogen aan, ik begreep niet waarom hij dat zei tot hij met zijn hoofd wees naar de ingang. Ik keek even om en zag een maar al te bekende klant, Paul. Hij kwam hier elke dag tot laat in de avond en bleef steeds vragen voor meer pintjes. Hierdoor werd hij vaak wat handtastelijk. Ik was blij dat ik James bij me had. Ik keek naar James en knikte. "Dank je." zei ik met een kleine glimlach.
Ik was water aan het inschenken toen ik plots een raar gevoel kreeg. Het leek alsof de tijd stil stond, ik was aan de grond genageld. Mijn blik ging meteen naar de ingang. Een groepje jonge mannen kwam net binnen maar de laatste was de gene die mijn aandacht kreeg. Hij leek net iets groter, net iets sterker en net iets meer dan de rest. Zijn zwarte haren lagen warrig op zijn hoofd en zijn grijze ogen boorden diep in de mijne. Alles werd zwart om me heen, ik zag niks meer, buiten hem. Ik zag alleen nog maar hem. Mijn mond werd droog, mijn handen trilden en het was pas toen ik mijn glas liet vallen dat ik weer me bewust was van de wereld om me heen.
"Wat doe je nu?!" zei de vrouw die ik bediende met opeen geklemde tanden. Ze keek me woest aan. Het water was op haar handtas beland en het glas lag in scherven verspreid op de grond. "Sorry, sorry, sorry." mompelde ik en knielde meteen om het glas op te rapen. Dat was misschien niet het beste wat ik kon doen. Een stukje glas sneed in mijn vinger en ik schrok. Het leek alsof ik een grom hoorde waardoor ik niet durfde op te kijken.
"Gaat het, Liz?" hoorde ik de stem van James vragen. Hij nam mijn hand vast en keek naar de snee. "Uhm, ja, het gaat wel." mompelde ik wat. Hij schudde zijn hoofd. "We moeten dit verzorgen." zei hij snel en trok me mee achter de toog. Ik voelde een paar ogen me achtervolgen en keek om. De man met het zwarte haar keek naar me en het leek alsof hij wat zei maar ik kon het niet verstaan. James liet het koude water lopen en ik stak mijn vinger er onder. Het duurde niet lang voor het stopte met bloeden.
"Kan hier niemand mij komen bedienen. Ik heb verdomme om een pint gevraagd, wat is dit voor café." schreeuwde Paul kwaad in onze richting. James knikte en tapte snel een pint voor hem. Hij bracht hem naar Paul maar deze wees die snel af. James keek hem verbaasd aan. "Je vroeg om een pint toch?" zei hij nu en Paul keek hem woest aan. "Noem je dit een pint? Laat Liz dit doen, zij kan dit veel beter, jij kunt echt niks." zei hij woest en ik voelde mijn hart in mijn keel kloppen. Hij was al redelijk dronken en ik wist hoe laat het nu was.
"Ik denk dat je al genoeg gedronken hebt man!" zei James nu maar dit maakte het alleen maar erger. Ik wou niet dat hij agressief werd en tapte dus snel zelf maar een pint voor Paul. Ik snelde naar hem toe en gaf hem zijn pint. "Zie je wel? Veel beter." zei Paul en gaf me een tik tegen mijn billen. James wou hem bij zijn kraag grijpen maar iemand was hem voor. Het was de man met de warrige zwarte haren. Pauls voeten waren al snel een paar centimeter boven de grond vandaan en hij werd tegen de muur gedrukt. "Wie denk je wel dat je bent?" vroeg de man ruw aan hem met een verwoestende blik.
JE LEEST
Once bitten
RomanceLizzie heeft het niet makkelijk in haar leven. Om genoeg geld te hebben om naar de universiteit te gaan heeft ze een job in de horeca. Dit heeft zijn eigen ups en downs. Alles lijkt te veranderen als een nieuwe klant de zaak binnen stapt. Is hij een...