Hoofdstuk 8

1.3K 49 8
                                    

Matthyas Pov

Op mijn rug lig ik op de bank. Starend naar het witte plafond. Drie dagen. Al drie dagen ben ik oncontroleerbaar aan het denken aan Dokter Milo ter Reegen. Ik mag dan misschien 30 zijn, op dit moment doe ik mezelf meer denken aan een 15 jarige puber die voor het eerst verliefd is. Hoe kan het dat door een jongen die ik al een aantal maanden ken mijn gevoelens ineens zo op hol geslagen zijn. Sinds ik zijn gezicht heb gezien lijk ik mij pas bewust van wie hij is. En ik wil niet eens gevoelens voor hem hebben, ik voel me net zo op mijn plek op mijn werk, ik zou dat niet willen verpesten door mijn domme gevoelens.

Zuchtend sta ik op. Ik ben bijna boos op mezelf. Ik zou me niet zo moeten voelen, en al helemaal niet over mijn collega. Ik ga voor de spiegel staan en haal een hand door mijn haar. En het ergste is dat ik niet eens weet of hij single is of niet. En als hij dat is, valt hij dan überhaupt wel op mannen? En dan nog mannen zoals ik? Nee, nee ik zou dit niet moeten doen. Ik moet niet aan hem denken. Ik moet alles wat ik voel vergeten, hij is een leuke jongen en een goede collega, meer niet. Ik gooi een plens water in mijn gezicht en droog mijn gezicht weer af. Ik loop terug naar de bank. Ik laat me er op vallen. Hij moet uit mijn hoofd, ik word haast ziek hiervan. Hij is niet goed voor mijn gezondheid.

Na nog eens een goede nacht slaap ben ik dan toch weer op weg naar het ziekenhuis. Ik moet het maar uit mijn hoofd zetten. Het gaat nooit wat worden tussen ons, en ik moet daar ook niet op gaan hopen of iets dergelijks. Ik loop naar binnen en kleed me om. Ik ben gelukkig op tijd en eet nog even wat in de kantine. De deur gaat open en alsof het niet anders kon staat hij daar weer. Milo komt de kantine in gelopen. Ik glimlach. 'Dokter het Lam' zegt hij als groet met een knik als gevolg. Ik knik terug. 'Nog last van uw been?' Vraagt hij dan terwijl hij zijn sleutels op tafel legt. Het voelt raar dat hij me weer u en dokter noemt nadat we zo als vrienden hebben gezeten en gesproken, maar dat maakt het misschien wel makkelijker om gewoon normaal met hem om te gaan. Ik schud mijn hoofd. 'Nee, het is vrijwel over' zeg ik. Hij glimlacht. 'Fijn' zegt hij en dan verlaat hij de kantine weer. Ik eet mijn eten op en zet buiten de kantine een haarnetje en mondkapje op. Als ik binnenloop trek ik handschoenen aan.

Alles ligt al klaar en ik begin de operatie zoals ik altijd doe door een kort gesprekje met de patiënt. Wanneer hij onder narcose is beginnen we. Milo knipt de wond beter open, er zit een stuk metaal in, waarschijnlijk iemand die in een werkplaats met metaal werkt. 'Dokter het Lam ik hou de weg vrij, als u het stuk metaal er recht uit zou kunnen trekken' zegt Milo. Ik geef een goedkeurend geluid en pak een klein pincet. Ik weet dat het nu ik preciezie aan komt. Als het stuk metaal een ander deel raakt zal dat ook kapot gaan, en dan hebben we een probleem. Voorzichtig, millimeter voor millimeter trek ik het stuk metaal uit de wond. Ik ben niet meer bezig met wat er om me heen gebeurd. Het enige waar mijn aandacht nog ligt is het stuk metaal.

Wanneer ik het er uit heb gehaald leg ik het op het dienblad dat Valerie naast me houdt. Het heeft een hele tijd geduurd en mijn armen voelen bijna stijf aan door dat ik ze zo lang aangespannen heb gehouden. Milo en Valerie klappen beide voor mijn werk en ik voel me een beetje warm worden. Milo maakt de onderhuidse wond dicht waarna ik de hechting zet. Opgelucht zucht ik wanneer we klaar zijn. Het is weer gelukt. Ik schud Milo's hand maar dit keer kijk ik hem iets langer aan. Dan loopt hij de kamer uit. Ik volg hem iets later ook waardoor ik hem nog tegen kom in de kleed ruimte. Hij legt net alle spullen uit zijn zak op de kluisjes. Een beetje verbaast kijk ik er naar. Hij geeft me een korte glimlach. 'Mijn sleutel ligt nog in de kantine' legt hij uit. 'Ah, vandaar' zeg ik en draai mijn rug naar hem toe en begin me ook om te kleden. Wanneer ik halverwege ben loopt hij in normale kleren de deur door. Even kijk ik naar zijn rug en trek dan mijn trui aan.

Hij komt de ruimte weer binnengelopen en geeft me weer diezelfde glimlach. Maar dit keer niet als Dokter ter Reegen, maar als Milo, waardoor mijn hart weer een slag overslaat. Hij pakt zijn spullen uit zijn kluisje en dan wat hij op de kluisjes had gelegd en doet het in zijn zakken. 'Ik zie u morgen weer Dokter het Lam' zegt hij. 'Tot morgen Dokter ter Reegen' zeg ik terwijl ik naar mijn schoenen kijk die ik net aan trek en ik hoor de deur dicht vallen. Zuchtend laat ik mijn voet zakken. Wat een verschrikking ben ik. Ik sta zuchtend op en pak mijn spullen uit mijn kluisje, tot ik iets op de kluisjes zie liggen. Een pasje. Het zal toch niet. Ik pak het er af en lees. 'Dokter M. ter Reegen - Chirurg'.

Dokter DokterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu