H.3

16 2 0
                                    

Toen Sem wakker werd lag ze op een betegelde vloer met mooie vormen, ze keek om zich heen om te kijken of het om haar heen ook zo mooi was maar daar zag ze alleen maar aarde met in het plafon een gat waar ze net uit was gevallen. Ze ging rechtop zitten, toen ze zich omdraaide zag ze een groot gat in de muur waar licht uit scheen. Ze liep er voorzichtig naar toe, toen ze er stond zag ze prachtige bergen en rotsen. Ze stond nog een tijdje te kijken totdat ze een stem hoorde die zei: wat doe jij hier! Ze draaide zich met een ruk om maar zag niemand.
Ze was een beetje bang geworden, er schoten allemaal gedachtes door haar heen: je mag hier niet zijn... Wie zei dat... Je moet hier weg... Dat laatste was wat ze deed, ze rende naar het open stuk van de kamer en klom eruit. Het was ingewikkeld maar het lukte wel om op een plat stuk steen te klimmen, ze ging zitten. Ze voelde met haar handen in het beekje dat langs haar stroomde. Ze was al best ver weg van de plek waar ze was geschrokken,ze klom voorzichtig verder naar beneden. Toen zag ze opeens, dat er heel veel van dat soort gaten waren maar ook dat er soms hele wanden weg waren het leek op een groot huis, maar dan verlaten. ze keek nog eens naar de plek waar ze de stem had gehoord maar ze zag niks. Verder op zag ze allemaal rotsen die een soort trap vormde, ze liep er heen en klom naar boven. Toen ze boven was zag ze het strand weer, en ze rende naar huis.

Het verlaten huisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu