Heel lang geleden op een koude winter avond, stonden Wendy, John en Michael voor het grote huis op straat. 'S Avonds heel laat. Ze waren van belgie naar londen gevaren. Zodat ze hier konde wonen voor enkele jaren. Toen mister blackford eindelijk de sleutel vond, vielen die weer op de grond.Het duurde even voor ze binnen waren. Maar stonden toen naar de inkomhal te staren. Zo groot en prachtig. Net een huis van ik de jaren tachtig. Toen Wendy op haar kamer aan het uitpakken was. Ondekte ze het pas. Een schaduw op de muur. Ze dacht :"ach het is vast de buur" maar toen zag ze de schaduw weer. Een smalle man, een hoedje en een veer. Ze keek om zich heen. Niemand,ze was helemaal alleen. Ze draaide zich om en lachte zich krom. De jongen met de hoed en het veer. Stond daar weer. Nu zonder zijn schaduw. Hij leek niet schuw. Dus zei wendy vriendelijk; "hallo, ik ben wendy, en wie bent u?" De jongen met rosse haren keek haar aan. "Ik ben Peter Pan en ik kom hier heel ver vandaan." Bij het horen van zijn naam schrok wendy op. Ze trok een rare kop en zei: De echte peter pan? Van uit de verhalen? Ze liet verontwaardiging uitstralen. Peter knikte enthousiast. En zei toen verrast: "U kent mij?" Wendy knikte en riep haar twee broertjes er snel bij. De broertjes liepen op peter af. Peter stond toen paf. Toen arriveerde er een kleine elf. Tinkelbel zich zelf. Toen Tinkelbel wendy en peter samen zag. Veranderde haar lach. Ze was zo jaloers. En vloog over de broers. Peter vond de 3 kinderen zo jong en onvolwassen. Dat hij hen meenam boven de dakterassen. Hij nam Tinkelbel en schudde haar elfenstof over de kinderen. Zo kon men ongelukken verhinderen. Wat elfenstof doet hen zweven.Het liet de kinderen weleven beven. Maar toen ze over Londen vlogen. Kregen ze tranenogen. Londen was zo mooi vanuit de lucht. En zo begon hun vlucht. Ze vlogen over wolken naar Nooitgedachtenland. Daar schepte ze een goede band. Buiten tinkelbel dan. Die bedacht een slecht plan. Ze vond Wendy haar gedrag zo irritant. Ze wou haar terug naar Engeland. Maar Peter nam Wendy mee naar de zeemeerminnen. Mooie meisjes met echte vinnnen. Wendy was sprakeloos. Ze was voor één keer zorgeloos. Haar broertjes waren te vinden bij de Verloren jongens. Hun band was zeer intens. Toen besloten den Verloren jongens en de twee broers naar de indianen te lopen. De jongste broer zijn ogen stonden wijd open. De indianen waren zijn helden. Je ziet indianen echt zeer zelden. Dus wou hij met ze gaan praten. Maar dat kon hij beter laten. Hij kreeg een snauw en ze bonden de jongens vast met een touw. De maan verscheen en de zon verdween. Toen Wendy en Peter wouden terug keren. Zagen ze een meisje met veel veren. Peter herkende ze snel.Het was die tuttebel. De dochter van het hoofd van de indianen. Peter gebruikte zijn reukorganen. Zo kon hij de stank van Vetje ruiken. Hij wou snel in het water duiken. Hij moest Tijgerlelie redden van dat hulpje van kapitein Haak. Dus sloeg hij Vetje raak. Hij nam het meisje en ruilde ze in voor zijn vrienden. Het indianenhoofd wees naar zijn bediende. Die de jongens los maakten. Peter zijn woede aan kapitein haak begon te knagen. Hij rende met zijn vrienden naar het schip van Haak en nam toen snel wraak. De kapitein en zijn bemanning sprongen overboord. Maar hielden zich nog vast aan een lang koord. Maar toen kwam er een krokodil. En beet in haak zijn bil. Hij liet het koord los en viel in het mos. Van haak en zijn bemanning werd niets meer vernomen. Wendy zei: "peter, bedankt dat we mochten komen!" Peter gaf wendy een zoen. En tinkelbel werd groen. Wendy en de broers moesten weer naar Londen toe. Want de kinderen waren allemaal heel moe. Ze vlogen weer over de wolken over de stad. En landde op het pad. Ze namen afscheid van peter en tinkelbel. “Tot gauw !We zien jullie snel!" riepen de jongens. Toen kropen ze alle 3 hun bed in en droomde over hun droomwens. Ze wouden nog een keer terugkeren naar dat mooie land. En meer dan ooit te voren, hadden de kinderen een hechtere band. Toen ze dit vertelde tegen hun vader en moeder. Over het land en al die poeder. Hun ouders schudde het hoofd en zeiden dat ze gedroomt hadden en dat het niet waar kon zijn. Dat deed onze vrienden wel wat pijn. Maar toen ze naar de maan keken. Zagen ze een teken. Peter en tinkelbel hun zwarte schaduw waren te zien in de witte maan. Wendy riep blij:"We hebben het echt gedaan." Dus soms kunnnen dromen uitkomen. Het enige wat je moet doen is wegdromen. Over peter en tinkelbel. Tot snel !