Yay! De kermis in de stad genaamd Tomocon is er eindelijk! Ik spring op m'n fiets en kom op het plein. Een gebouw trekt mijn aandacht. Dat kwam omdat het groot was en... Ja, het was gewoon groot.
Ik kwam naar binnen en zag dat er een speciale activiteit aan de gang was. Om een of andere reden zag ik mijn wiskunde boek in de hoek. Ik pakte het op en een stem kwam eruit. Hij sprak Engels. Gelukkig doe ik tweetalig onderwijs dus kon ik het makkelijk verstaan.
"Hey, hey, Casey! It's me, Seb!" klonk er uit het boek.
"Seb? The real Seb? The German one?" vroeg ik.
"Yeah. It's so nice to talk to you!" zei hij.
Ik hoorde opeens een stem vanuit de verte. Het was mijn Nederlandse docent. "Casey! Je mag geen huiswerk maken in dit gebouw." Ik fronste een wenkbrauw, maar deed het boek toch dicht. Ik hoorde Sebs stem nog zeggen dat hij bij de voordeur zou wachten, maar meer hoorde ik niet.
Na een uur, toen de activiteiten waren afgelopen, liep ik niet naar de voordeur, maar naar de fietsenstalling. Ik fietste naar huis en was vergeten dat Seb bij de voordeur stond te wachten. Toen ik mijn fiets in de schuur had gedaan en acht trappen naar boven had gelopen, ging mijn telefoon af.
"Casey, where in the name of Shinigami are you?" vroeg Seb aan de andere kant.
"Uh... Home?" zei ik. Toen herinnerde ik me dat Seb zei dat ie op me wachtte.
"Sorry! Where are you?" vroeg ik. Ik kreeg niet meteen antwoord, maar na een tijdje toch wel.
"I'm at this shop called... Le... Le... Legu... Legua..." Omdat hij niet Nederlands was kon hij het niet goed uitspreken.
"Oh, you're at the Leguaan!" zei ik. Ik vond het best grappig dat ie het niet kon uitspreken. Maar ik zou geen een Duits woord goed kunnen uitspreken.
"Yeah, that, please hurry, it's almost closed."
Ik zuchtte en hing op. Ik moest weer acht trappen naar beneden lopen en mijn fiets uit de schuur halen. Lekker dan.
Aangekomen in de stad, keek ik rond. Ik wist niet waar de Leguaan was. "Eens kijken, waar zou het zijn..." Ik zie eindelijk een winkel met het bordje 'De Leguaan' staan. Er staat blijkbaar een vrouw voor de etalage met een jurk aan.
Maar als ik dichterbij kom, zie ik het.
Die vrouw in de etalage was Seb.
