VOORWOORD
Een harde gil klonk door het woud. En daar net op de grens tussen schaduwclan en rivierclan lagen 2 pas geboren kittens. 2 poesjes! Zegt een mooie poes. De maan schijnt op haar vacht terwijl deze zilver oplicht. "Deze lijkt op jou bruinstaart!" de bruine kater likt teder de 2 poesjes maankit en bladkit murmelt hij. Daarna kijkt hij in de blauwe ogen van de moeder van de kittens. : "o maanbloem .. Ik.."
De poes staat moeizaam op en drukt zich tegen bruinstaart aan. "Wie neemt ze mee?" "jij hebt er meer recht op dan ik.. Maanbloem" "Dat kan ik jou niet aandoen hoor!" neem bladkit mee naar rivierclan.. Ze lijkt op jou. Niemand zal raden dat ik de moeder ben." Bruinstaart likt teder de pels van Maanbloem. Daarna went hij zich tot zijn dochtertjes : "Maankit jij gaat met mama mee" de 2 poesjes die de hele tijd stil tegen elkaar aangelegen hadden keken op. Moeizaam loopt Maanbloem naar Maankit en pakt haar in haar nekvel. Bladkit wacht totdat zij ook zal worden opgepakt door haar moeder maar dat gebeurt niet. "Jij gaat met mij mee Bladkit." zegt bruinstaart. "Maar maar.." piept Bladkit "papa..! BLADKIT!!" piept Maankit. Maar bruinstaart was al tussen de struiken verdwenen. En dan gaat ook Maanbloem stilletjes terug naar haar clan. ,