De ochtendbel galmt over het terrein. Ik zucht en dwing mezelf om uit bed te stappen. Het tocht in onze barak, ik voel de koude lucht onder mijn warme deken doordringen. Ik gooi de donkerblauwe muffe deken van me af en graai in het donker naar mijn kleren. Het licht flitst aan, het felle witte licht schijnt in mijn ogen. Ik hoor het gezucht en gesteun van onze groep. Twee rijen van ieder vijf ijzeren bedden staan tegen de grijze stenen muur. In het van ijzeren platen gemaakte plafond zitten een paar gaten waardoor het altijd tocht. Naast de deur staan twee metalen rekken met onze schoenen. Uit de intercom aan het plafond schreeuwt sir Redwood: 'Over vijf minuten op het trainingsveld!' Snel trek ik mijn witte T-shirt over mijn hoofd, trek mijn cargo broek aan en pak mijn zwarte kisten uit het rek bij de deur van de barak. Alex staat naast me terwijl hij op een been staat te hinken en aan het kloten is met zijn veters. Ik ken Alex al mijn hele leven, we zijn hier samen opgegroeid. Samen met honderdvierennegentig anderen. Het waren er eerst tweehonderd, maar twee stierven toen ze nog kinderen waren, omdat de commandant vond dat ze niet sterk genoeg waren om in deze wereld te overleven. Twintig jaar geleden is er een nucleaire ontploffing geweest. Door alle chemische stoffen zijn alle levende wezens veranderd in monsters, grote harige met scherpe klauwen en een bloeddorstige blik, maar ook kleine slijmerige die via je oor in je brein gaan zitten en je vanbinnen langzaam opeten. We worden getraind om op een dag alle monsters uit te roeien. We weten niet wanneer die dag komt en of hij er überhaupt komt. Er is nog nooit iemand van ons buiten de basis geweest. Niemand weet wat er met de andere vier is gebeurd. Er zijn wel theorieën dat ze buiten de muur zijn geslopen en zijn vermoord door de monsters of dat ze wapens hebben gestolen of misschien iets anders. Alex donkerblonde haar staat alle kanten op. 'Alex, schiet op. We hebben niet lang meer!' Roep ik over het gevloek en geschreeuw heen van de anderen van onze eenheid heen. 'ja ik kom al!' Ik kijk op mijn horloge, de timer staat nog op twee minuten. Samen met Alex storm ik de barak uit. onze schoenen roffelen op het asfalt. Als we langs barak V3 rennen staat Grace daar al te wachten. 'Waar bleven jullie nou?! We komen zo nog te laat!' Roept ze naar ons terwijl ze mee gaat rennen.' Grace heeft haar steile lichtbruine haar in een strakke knot. 'Alex, je weet dat ze je gaan dwingen om je haar te knippen hé.' Zegt ze. 'Ik heb het hem al een paar keer gezegd, maar hij luistert niet.' hijg ik. 'Hé! ik sta er gewoon bij hé! Zegt Alex semi-beledigd. 'Ik kan er ook niks aan doen dat ik gewoon veel leuker ben met langer haar' Hij gaat met zijn hand door zijn piekerige plukken blond haar heen. Ik weet niet hoe hij het voor elkaar heeft gekregen dat de trainers en de hogere rangen het niet door hebben gehad. Jongens moeten hun haar altijd gemillimeterd hebben en de meisjes in een knot of tot de schouders, onder de middel is niet toegestaan. Inmiddels is Alex haar ongeveer twee centimeter lang. Hijgend stoppen we bij het trainingsveld. We hebben nog tien seconden. Het is een groot rechthoekig veld met stenen gebouwen eromheen. Het twee meter brede pad eromheen is een grote modderpoel vol met kuilen door de regen van vannacht. We joggen naar het midden van het veld en gaan met de anderen in een strakke lijn staan. 'Oké mensen!' Galmt de stem van sir Redwood over het veld. Ik kijk verschrikt op. Sir Redwood komt in zijn donkergroene jeep onze kant op rijden. Hij een grote megafoon in zijn hand met de tekst: OLH, dat staan voor Organisatie laatste hoop. Zo hebben de overlevenden van de ramp zichzelf genoemd. 'Rekruten!' Schreeuwt hij in zijn megafoon. 'Tien rondjes om het veld, de laatste moet er nog vijf! Go!' Ik begin te rennen, een rondje om het veld is ongeveer achthonderd meter. De voeten van honderdvierennegentig tieners roffelen over de modderige grond. Ik hoor slippende en gillende geluiden, vooral veel gevloek van rekruten die uitglijden over de grond of struikelen. Ik spring over een paar kuilen en plassen. Na vier rondjes voel ik mijn shirt vochtig worden. Bij het achtste rondje lopen sommigen al. Ik voel mijn beenspieren verzuren, kom op Nathan, je kunt dit. Ik zet door. Bij het negende rondje loopt het zweet in stroompjes over mijn rug. Sir Redwood schreeuwt dat we sneller moeten gaan. 'Doorlopen rekruten! De laatste drie sprinten drie rondes!' Alex komt als een soort slootmonster naast me rennen. Zijn ooit witte shirt is nu een soort combinatie van een lelijk bruin tie dye shirt dat een week in een afvalcontainer heeft gelegen en daarna heeft zitten weken in een bak rioolwater. Er zit een grote streep modder op zijn gezicht van zijn voorhoofd tot zijn kin. Samen rennen we de laatste zeshonderd meter. 'Wat is er met jou gebeurd?!' zeg ik lachend en hijgend tegelijk. 'Ja, ik kwam onderweg een kuil tegen en we konden het blijkbaar niet zo goed hebben.' Zegt hij grijnzend. Samen rennen we de laatste vijfhonderd meter en komen als negende en tiende binnen. Grace staat al op ons te wachten. Ze heeft een rood hoofd en kijkt grijnzend naar Alex. 'Lekker in de modder gerold?' Zegt ze met een glimlach.
![](https://img.wattpad.com/cover/360528530-288-k310308.jpg)
JE LEEST
The switchers
FantasyNathan, Alex en Grace zijn opgegroeid op een legerbasis waar ze toekomstige soldaten trainen om tegen de vreselijke monsters in de buitenwereld te vechten. Nadat Alex opeens verdwijnt gaan Nathan en Grace hem zoeken. Terwijl ze hem zoeken ontdekken...