Mijn naam is Dale. Ik ben 13. Maar voor mijn leeftijd heb ik al veel meegemaakt. Ik ben een emotioneel wrak zoals ze zeggen. Ik tekende vroeger altijd. maar nu niet meer. want ik ben bang van slijpers. Snapje? (Sneden in arm,been,... ((Voor mocht je het niet begrijpen)) kortom. Self harming) Dus maak ik online art. Waar ik dus heel erg slecht in ben. Ik heb een goede vriendin. Zowat de enige die me steunt. Maar ik beloofde haar1 ding waarin moeite mee heb. Ik zou me niet meer snijden of zelfmoord(ZM) proberen plegen. Daar nog eens bovenop zij ze als ik dat toch deed zou ze zichzelf ophangen. Op school hoor ik ook niet echt dingen die het me makkelijker maken. 'Dikzak! Lelijk! Aandachtszoeker! Emo! Snijder! Gay! Slet! Hoer!' Dat soort dingen. De meerderheid is waar. Ik ben dik, gay, lelijk en een snijder. Aan dat dik zij werkte ik. Toen ik bijna 20 kg woog was ik trots. Ik was niet meer dik nu was ik -dacht ik toch- mooi. Maar nee. Toen was het weer 'Dale heeft anorexia!' Kon ik nooit goed zijn? Toch bleef ik mijn eten uitkotsen. Ik vond mezelf mooier als ik dun was. Ik was blij let wat ik was. Maar. Het deed pijn. Na bijna 1 jaar mijn eten uitkotsen en anorexia kind enzo genoemd te worden was ik het beu. Ik overwon mijn angst voor slijpers op school waar ik er een slijper, een pen, een schaar en mijn zakmes uit mijn pennenzak haalde en in mijn zak stopte. Ik vroeg of ik naar de wc mocht omdat ik me niet zo lekker voelde. Ik rende naar de wc's en sloot mezelf op in een hokje kotste alles eruit tot ik bloed moest overgeven. Ik pakte de pen en tekende rond mijn pols een stippellijn op de plek waar mijn slagader zat ergens middenin de lijn tekende ik een schaartje. Ik sneed zowat mijn hele arm open met de puntenslijper en maakte de wondes dieper met het zakmes. Ik schreef in mijn eigen bloed "vergeef me dat ik niet ben zoals jij dat wilt." Op de deur van het hokje. Ik zakte zowat in elkaar. Ik hoorde gegil en keek naar de grond. Een grote plas bloed. Ik kon er beter meteen een einde aan maken. Ik nam de schaar en begon op de stippellijn te knippen. Het ging niet snel genoeg dus nam ik mijn mesje. Ik sneed bijna tot op het bot. Ik liet het mes vallen. Er word op de deur gebonkt. Tranen rolde uit mijn ogen. Ze waren te laat. Duisternis.
Diezelfde dag nog sneed mijn beste vriendin met datzelfde mes in diezelfde bloedplas haar keel door. De pesters hadden spijt. 5 dagen later werden ik en mijn vriendin begraven in hetzelfde graf. De pesters kwamen elke dag. Telkens vervingen ze de rozen. Een zwarte voor hun spijt, een rode omdat ze het niet zo bedoelden en een witte omdat ze op vrede hoopten. Nu nog huilen ze elke dag. Dat hokje hoe raar het ook klinkt is een rouwplaats geworden. Mijn in bloed geschreven woorden staan er nog steeds op. Er worden vergiffenis brieven gelegd, tekeningen, bloemen, foto's, sieraden en honderden tranen.