Hoofdstuk 1

39 5 2
                                    

Alles is wit. De muren, het raam, het plafond, het bed. Alles. Mijn voeten zakken langzaam weg in de zachte, koude vloer, maar ik heb het nog steeds warm vanbinnen. De tegels zijn veranderd in wolken, en ik voel regendruppels plenzen tegen mijn benen, maar ik word niet nat. De muren zijn veranderd in mist, en als ik ze aanraak, voel ik een rare tinteling, maar het doet geen pijn. Een droom. Dit moet een droom zijn, neem ik me voor. Als ik door het raam kijk, zie ik alleen maar mist. Ik voel me verdrietig worden, en wil huilen, maar het lukt niet. Ik probeer met mijn mond te bewegen, maar ieder woord dat ik zeg, klinkt net zo leeg als deze plek. Ik wil schreeuwen, schreeuwen van angst, maar het lukt niet. Ik begin te ijsberen. Hoe geraak ik hier uit? Dit lijkt wel een nachtmerrie. Ik kijk naar rechts. Daar zou normaal gezien mijn deur staan. Ik loop erop af en voel langzaam over de mist naar de deurklink. Niets. Ik zit vast. Vast in mezelf. Wat is dit? Ineens, hoor ik een stemmetje. Een heel zacht stemmetje fluistert iets in mijn oor, maar ik versta niet wat het zegt. Nadat het een tijdje stil is geweest, hoor ik het weer, en nu iets duidelijker: 'Fara burt,' zegt het. Fara burt? Welke taal is dat? En wat wil het zeggen? Het stemmetje begint te schreeuwen: 'Fara burt! Fara burt! Drat! Hann kemur!' Ik begin bang te worden, en ren door de kamer. Het zweet breekt me uit, en ik voel dat de grond me naar beneden trekt. Ik grijp me vast aan het bed, en hoor nu meerdere stemmetjes. Allemaal stemmetjes gieren door de kamer. Ze zeggen allemaal hetzelfde. 'Fara burt!' Fara burt? 'Fara burt! Fara burt!'

~

Ik schrik wakker. Even lijkt het alsof mijn hart gestopt is met kloppen en ik geen lucht meer binnen krijg. Ik voel mijn hele lichaam niet meer, en ik ben even helemaal buiten westen. Langzaam maar zeker probeer ik mijn hoofd te bewegen. Au! Een enorme pijn schiet door mijn achterhoofd. Uit een reflex wil ik mijn handen voor mijn ogen doen, maar veel beweging komt er niet in. Ik begin te huilen. Dit is de eerste keer dat ik zo heftig droomde. Ik voel me verlaten. Verlaten in m'n eigen lichaam. Alsof ik een ziel ben in een levenloos iets. Dit voelt zo vreemd. Ik begin harder te huilen. Tranen lopen langs mijn koude wangen, en ik voel ze tot diep in mijn lichaam stromen. Ineens besef ik dat ik weer gevoel krijg in mijn armen. Voorzichtig strek ik ze uit naar mijn nachtkastje om een tissue te pakken. Ik zie de wekker staan. Hij geeft half 3 aan. Ik snuit de tissue helemaal vol en dep hem langs mijn betraande ogen. Wat een droom. Wat een heftige droom. Langzaam voel ik mijn benen weer, en voorzichtig probeer ik uit bed te stappen. Mijn hoofd voelt als een baksteen, en mijn pyjama is helemaal nat van het zweet. Op de een of andere manier ben ik even bang dat de grond me weer gaat opslurpen, maar wanneer ik het tapijt raak, blijft het rustig liggen. Met knallende hoofdpijn loop ik op mijn tenen naar de badkamer, ik wil mama niet wakker maken. Ze kan al niet zo goed slapen nu papa zo lang wegblijft, dus ik laat haar liever slapen. In de badkamer bekijk ik mezelf. Ik zie eruit alsof een paar katten me hebben aangevallen. Mijn ogen zien rood, inclusief dikke wallen, en ik zie bleek. Ik pak een pilletje tegen de hoofdpijn, die ik met moeite doorslik. Het voelt alsof mijn lichaam net weer helemaal is opgestart, en alles weer even moet wakker worden. Maar mijn hoofd is al heel druk, aangezien de pijn. Ik voel me zo ellendig. Ineens voel ik dat ik duizelig word, probeer de wastafel vast te pakken, maar ben net te laat. Met een harde knal val ik op de grond en alles word zwart voor mijn ogen.

~

Duisternis. Alleen maar duisternis. Ik voel me zweven. In de verte hoor ik een zacht geluidje door de stilte. Ik hoor het steeds dichterbij komen, en het zegt iets onverstaanbaars. Het geluid is nu dicht aan mijn oor, en ik voel een hand over mijn haar gaan. Het glijdt langzaam van mijn haar naar mijn rug. Ik voel een mond zachtjes tegen mijn voorhoofd, die mij een kusje geeft. Ik krijg het heel warm vanbinnen. Het fluistert iets in mijn oor, maar ik kan het niet verstaan. Het is een andere taal. Het brabbelt maar door, en opeens midden in zijn zin, stopt het met praten, en begint het te huilen. Ik voel druppels over mijn lichaam lopen, en ze worden steeds kouder. De hand zit nog steeds vastgeplakt aan mijn rug, en zijn tranen maken mij helemaal doorweekt. 'Fara burt,' jammert het. 'Fara..Fara... Fara burt!' Ik word bang. 'Fara burt! Fara burt! Drat! Hann kemur!' De hand laat mij los, en het gejammer sterft weg in de duisternis. Ik ben weer alleen. Mijn haren zijn helemaal nat geworden, en ik voel nog steeds een rare tinteling op mijn rug. Wat was dat? Langzaam stijg ik naar boven, en ik voel mij licht worden in mijn hoofd. Ik sluit mijn ogen, en allemaal beelden schieten door mijn hoofd: Papa die terug thuis komt, een donker huis op een grasveld, een geest, ... Te veel om op te noemen. Wat betekenen deze beelden? Zijn ze wel realistisch? Tok! Mijn hoofd raakt een harde wand. Ik voel me zwaarder worden. Mijn hoofd doet zeer van de knal.

En ik open mijn ogen.



Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: May 16, 2016 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

As In A DreamWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu