hoofdstuk 3.1.7

228 15 0
                                    

Koen neemt rustig de tijd om zijn spullen op te bergen wanneer de bel gaat. Hij heeft toch al een tussenuur, dus er is geen haast om naar een andere les te gaan.

Lotje wacht op hem en praat zoals gewoonlijk aan één stuk door. Ze zijn al die jaren vrienden gebleven, zelfs nadat Robin naar een andere school vertrok in groep 8 en het alleen de twee van hen werden. Natuurlijk hebben ze langs de weg andere vrienden gehad, maar uiteindelijk zijn het meestal gewoon zij tweeën in de klas en ontmoeten ze Robin buiten schooldagen.

"En toen zei ik tegen haar, je had niet moeten vragen als je geen eerlijk antwoord wilde. Dat was toch niet te hard, wel?" gaat ze verder terwijl Koen zijn tas over zijn schouder trekt en de leraar gedag zwaait voordat hij wegloopt.

Hij lacht geamuseerd om zijn vriendin's bekende dramatiek terwijl ze zij aan zij door de schoolgangen lopen. "Lotje, je hebt toch inmiddels geaccepteerd dat 'hard' gewoon jouw persoonlijkheid is," plaagt hij.

Met een geïrriteerde blik duwt ze hem opzij voordat haar gezicht betrekt en ze over zijn schouder knikt. "Is dat Miel daar?"

Hij draait zich om naar waar ze kijkt en fronst als hij ziet dat Milo op een bankje buiten een van de lokalen zit; de dertienjarige ziet er bleek uit en bijna mager op een manier die Milo nog nooit was geweest - hij had altijd een babyachtige rondheid in zijn gezicht gehad.

Hij fronst bezorgd. Zijn kleine broertje is de laatste tijd niet zichzelf geweest. Het is moeilijk om de vinger erop te leggen, want op het eerste gezicht lijkt hij nog steeds dezelfde drukke, vrolijke jongen te zijn. Maar er is iets... niet in orde.

"Ik zie je zo in de bibliotheek, goed?" zegt hij tegen Lotje.

Ze knikt instemmend voordat ze de trap opgaat. Koen kijkt haar even na voordat hij zich weer tot zijn broer richt, zich een weg banend door de mensen die nog niet terug zijn naar de lessen tot hij bij het bankje komt.

"Wat is er aan de hand?" vraagt hij meteen, en Milo schrikt op voordat hij uitademt, zijn hand naar zijn borst brengend.

"Je hebt me laten schrikken," mompelt hij, en dat alleen al is een teken voor Koen dat er iets mis is, omdat Milo altijd luid is, zelfs als hij beweert dat hij op normaal volume praat.

Hij gaat naast de kleinere jongen zitten, half naar hem toe gedraaid en fronsend naar zijn rode ogen en de wallen eronder. "Heb je nog steeds moeite met slapen?" vraagt hij, omdat hij de jongen vaak 's avonds laat hoort rondlopen.

Milo fronst naar hem. "Wat?" vraagt hij vrij abrupt, heft dan een hand op om in zijn oog te wrijven en haalt zijn schouders op, nog een zucht latend. "Eh, ja. Denk het wel. Ik ben in slaap gevallen in de laatste les, dus meneer Cuyp zei dat ik hier een tijdje moest zitten."

Koen aarzelt, kijkend hoe Milo's blauwe ogen door de hal dwalen alsof hij niet zeker weet waar hij is, voordat ze weer op hem rusten, met halfdichtgevallen oogleden. Hij glimlacht meelevend en legt een geruststellende hand op zijn schouder.

Het verrast hem als Milo naar zijn aanraking leunt en zich onder zijn arm nestelt, een zucht slakend. Ze zijn wel close, maar zo naast elkaar zitten hebben ze al een tijdje niet gedaan. Niet dat hij het erg vindt; hij houdt ontzettend veel van Milo en zou alles voor hem doen. Hij maakt zich gewoon zorgen.

Hij trekt hem dichterbij, naar beneden kijkend naar de bovenkant van zijn hoofd. "Moet ik pap of papa bellen?" biedt hij aan, maar Milo schudt heftig zijn hoofd. Koen pauzeert en wrijft dan over zijn arm op een manier die hij hoopt geruststellend is. "Weet je waarom je niet goed slaapt? Als je jezelf echt zorgen maakt over cijfers en zo, dan is het niet de moeite waard. Weet je nog dat Robbie hetzelfde deed en pap en papa hem nooit dwongen door te gaan -"

hou me vast voor ik valWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu