1

13 1 2
                                    

Matthy zat stil, zijn hoofd zwaar gebogen,
De dagen waren grijs, de nachten koud en nat,
In de schaduw van zorgen, door onuitgesproken pogen,
Verloor hij zichzelf, zijn wilskracht in een eindeloze strijd gevat.

Zijn ogen, ooit vol leven, nu dof en zonder glans,
De kleuren van het bestaan leken hem ontnomen,
In de stilte van zijn kamer, zonder hoop of balans,
Verzonken in gedachten, waar geen vreugde kon komen.

De zon scheen, maar voor hem voelde het kil,
Elke stap leek zinloos, elke ademteug een last,
Zijn hart was vermoeid, zijn geest stil,
Matthy verlangde naar rust, zonder toekomst of vast.

Hij keek naar de wereld met een uitgebluste blik,
Vrienden lachten, maar hun vreugde raakte hem niet,
De stilte in zijn hoofd was dik en dreigend,
Een eenzaamheid die niemand zag, niemand wist.

De schooldagen sleurden zich voort zonder vreugde,
De lessen, de gezichten, alles vervaagde snel,
Een leegte die van binnen knaagde, zonder beugel,
Een verlangen naar rust, een leven zonder spel.

De dromen die hij ooit had, vervaagden in mist,
Het verleden een verre echo, de toekomst een vraag,
In de diepte van verdriet was er niets dat hem wist,
Geen houvast, geen hoop, geen aankomende dag.

Zijn ouders zagen zijn strijd, maar stonden machteloos,
Hun woorden van liefde drongen niet door,
Ze baden en hoopten, vol zorgen en boos,
Maar Matthy voelde zich gevangen, zijn hart zo verloren.

Elke nacht lag hij wakker, gedachten als een maalstroom,
Herinneringen aan betere tijden vervaagden snel,
De angst voor morgen, de knagende droom,
Een leven zonder kleur, als een verlaten spel.

Zijn vrienden probeerden hem op te beuren, keer op keer,
Maar hun pogingen leken tevergeefs,
Hun lach, hun zorgen, raakten hem niet meer,
Matthy's wereld was stil, zijn hart zo verleegs.

Diep in de schaduw, waar hij zich bevond,
Schuilde geen vonk van hoop, geen sprankje licht,
Geen zachte fluistering, geen reddende mond,
Geen stem die zei: "Geef niet op, het wordt ooit weer licht."

Matthy zag geen uitweg, geen ontsnapping in zicht,
De dagen voelden als eeuwigheden, de nachten als een vloek,
Zijn gedachten werden donkerder, zonder enig licht,
Zijn wil gebroken, zijn levenslust bezoedeld.

Hij wilde de pijn stoppen, de eindeloze strijd,
Het gevoel van verloren zijn, zo diep en zwart,
Geen kracht meer om te vechten, hij was het zat,
Matthy besloot, met een laatste gebed in zijn hart.

Hij zocht naar vrede, naar een einde aan zijn pijn,
In de schaduw van de nacht vond hij zijn rust,
Een keuze gemaakt, zonder morgen te zijn,
De wereld verloor een ziel, een jongen vol lust.

Zijn vrienden vonden hem, hun wereld verpletterd,
Zijn ouders rouwden, harten gebroken, vol spijt,
Een stilte achterlatend, een leven ongered,
Matthy's strijd voorbij, zijn reis beëindigd in de nacht.

Het leven dat hij niet meer zag zitten, had geen hoop,
Geen morgen, geen licht aan de horizon te zien,
Een verhaal van verdriet, een leven zonder rope,
Een jongen genaamd Matthy, verloren in de diepten van de onzien.

//
498 woorden
dit is dus zeg maar een intro gedicht, ja zelf gescheven
Zorg goed voor jezelf xx
-R

Stay with me... //bankzitters//Where stories live. Discover now