10. Weer een hoofdstuk

31 7 37
                                        

Geo.

Ik bewonder mijn nieuwste omhulsel door mijn geschubde witte armen te strekken en daarna strijk ik over mijn glanzende gewaad. Door de magische atmosfeer in de Möbiusband is Drac in een Drakoliet veranderd en haar ruige schoonheid is daardoor een stuk delicater geworden, maar ik weet dat schijn bedriegt zodra ik haar kracht rondom mijn kern voel wervelen.

Geo.

Drac is ook hardnekkig. Normaal gesproken verstomd de eigenaar van het lijf meteen of heel snel, maar Drac blijft mijn naam maar noemen. Het echoot ijl en wanhopig door in mijn hoofd, samen met haar onweerstaanbare drang naar een appel. Om het beeld van kwaadaardigheid dat men van mij heeft overeind te houden, mag ik me niet laten consumeren door schuldgevoel en daarom hoop ik maar dat ze er snel mee stopt.

Geo, laat me gaan.

'Straks, misschien,' zeg ik hardop. Ze weet toch dat ik niet voor eeuwig blijf hangen? Ik vind dat we elkaar lang genoeg kennen om enig wederzijds vertrouwen te hebben gekweekt.

Sam kijkt me met een opgetrokken wenkbrauw aan en ik spiegel die beweging. Heeft ze nog nooit iemand in het niets horen bazelen ofzo?

'Jouw baas is vertrokken, dus nu betaal jij de prijs,' zegt de sissende sluipmoordenaar.

Waar is toch die goede oude tijd gebleven toen men gewoon voor niks gunsten gaf? Ik vertel haar maar niet dat "de baas" een nieuw omhulsel vond en dat ik er gewoon nog ben, al vind ik eigenlijk dat ze aan mijn machtige aura moet zien wat er gebeurd is. Ze krijgt echter pluspunten door mij de baas te noemen en ook dat is een reden voor mij om mijn mond erover te houden.

Ik geef haar een arrogante hoofdknik en zeg met de welluidende stem van de Sirene: 'Wat is jouw prijs?'

'Nou kijk.' Samanta gaat er eens goed voor zitten. Ze steekt haar schrijfgerei zorgvuldig weg en leunt daarna vertrouwelijk naar me toe. 'Lang, heel lang geleden, leefde er een jonge vrouw in Dal dat tussen de bergen in Llicgt ligt en ze heette Samanta.'

Ergens heb ik het idee dat het over haarzelf gaat.

'Ze paste niet in dat land, want ook toen al was ze een schaduwsluiper: een meester in het volgen van mensen zonder gezien te worden. Haar vaardigheden waren ongeëvenaard.'

'Poe hee,' mompel ik, maar ze kijkt me boos aan. Ik mag haar niet onderbreken.

'Ze wist hoe ze de wind moest lezen, hoe ze opging tussen het sissen van slangen en hoe ze onzichtbaar kon worden in een menigte.'

Samanta zwijgt nadrukkelijk en ik beweeg me eventjes. Is haar verhaal afgelopen? Haar heldergroene blik kan vuur doen bevriezen en daarom zit ik al heel snel weer stil.

'Deze Samanta had een duister geheim: ze was al maanden geobsedeerd door een man genaamd Eewoud. Eewoud was geen gewone man, hij was een magiër en zijn krachten waren onuitspreekbaar.'

Dat lijkt me lastig. Samanta ziet eruit alsof ze nog lang niet klaar is met praten en onwillekeurig maak ik me klaar voor een langdradig stuk tekst.

'Iets aan hem trok Samanta aan, iets onverklaarbaars. Zijn stille kracht, zijn manier van bewegen, zijn blik die overal tegelijk leek te zijn. Daarom volgde ze hem elke nacht en ze gebruikte al haar talenten om zichzelf onzichtbaar voor hem te maken.'

Daar gaat je kans op een ontmoeting, denk ik.

'Haar leven draaide om Eewoud. Ze wist dat ze een bepaalde grens overschreed door verboden informatie te verzamelen, maar ze kon niet stoppen. Maar toen gebeurde er iets vreemds.'

Ik let weer op, zal de clou dan nu komen?

'Op een nacht, terwijl Samanta zoals gewoonlijk door de steegjes van Dal sloop en ze Eewoud volgde, gebeurde het ondenkbare: ze voelde ogen op háár! Eerst was het slechts een rilling langs haar ruggengraat, maar toen ze om zich heen keek, zag ze niets.'

Geo [chaoscup2024]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu