11. De climax (misschien)

45 6 67
                                    

Achtervolgd door Jona Gold duiken we het labyrint van boekenkasten dieper in. Samanta kan inderdaad sluipen als de beste, waarbij ze gebruikmaakt van elk deeltje schaduw dat er te vinden is. Het pure wit van mijn schubben is veel lastiger te verbergen, ondanks het glimmende gewaad dat ik draag, en ik krijg het warm van Jona Golds ogen die zich in mijn achterhoofd lijken te boren en de snelle tred die de sissende sluipmoordenaar aanhoudt.

'Weet je zeker dat je achter ons aan wilt blijven lopen?' Ik probeer de vraag er zo vriendelijk mogelijk uit te persen, waarbij ik hoop dat hij mijn hint doorheeft.

Jona haalt zijn schouders op. 'Maar Geo, waarom doe je zo ijzig tegen me? Het is buiten al koud genoeg✨⁸ doordat Duyster zich zo onbeheerst uitbreidt.'

Verrast blijf ik stilstaan. 'Hoezo?' Samanta sist me toe om door te lopen en ik zet me weer in beweging.

Een herinnering van het grootse bos flitst door mijn geheugen. Toen we naar het landhuis vlogen vond ik inderdaad al dat de uitlopers ervan zich wel erg ver buiten hun territorium bevonden. Misschien ben ik wel degene die geen hints begrijpt.

Jona begint in mijn oor te fluisteren, hoewel Drakolieten officieel geen oren hebben, waardoor hij tegen een schub aan hijgt. Het geeft me de rillingen en ik zou gráág naar buiten willen, ondanks de genoemde kou. 'De geruchten gaan dat Duyster heel Vayra zal overnemen. Zowel Llicgt als Sgaaduw zullen bedolven worden onder het Duyster en het bos zal de wereld resetten. De geheugens van hen die zich tussen de bomen bevinden, worden gewist. Chaos zal heersen.'

Ik moet zorgen dat ik snel vrienden word met die "Chaos".

Jona gaat door: 'Het is het copingmechanisme van onze wereld, om op die manier de Marsmannetjes te verdelgen.' Zijn stem verwordt tot een fluistering om geleidelijk aan op een verontwaardigde toon omhoog te gaan: 'Er zijn Menselijke botten op hun planeet gevonden¹³. Ze zijn vijandelijk!'

Ik kan me niet voorstellen waarom het hem zo opwindt. Hij is niet eens Menselijk.

'Ssst,' sist Samanta, om zich vervolgens zelf bijna hardop in ons gesprek te mengen. 'Ze zeggen dat ze onze wereld al overnamen en dat we onder strenge regels leven³⁸. Maar omdat ik me sinds het fiasco met Eewoud in de Möbiusband bevind, weet ik dat eigenlijk niet zeker.'

De roddelaarster.

Tegelijk met die gedachte schud ik mijn hoofd ongezien voor haar naar Jona. Het is beter als hij het verhaal achter Eewoud en haar aanwezigheid hier niet hoeft aan te horen. Jona Gold trekt zijn wenkbrauwen naar me op, maar luistert gelukkig wel en hij stelt geen verdere vragen.

Na een ongemakkelijk lange stilte, loopt de sluipmoordenaar weer door en wij volgen haar.

Ik weet allang niet meer waar we zijn, de omgeving is daar te eentonig voor. De rode gloed van Mars wordt weer heviger en op het moment dat mijn schubbige huid steeds dieper roze kleurt, heft Sam een vuist naar ons op in een teken dat we moeten stoppen met lopen. We stoppen met lopen. 'We zijn er bijna,' zegt ze vervolgens. 'We gaan tegen de vijand vechten, zet je schrap!'

Zonder ons meer uitleg te geven, geeft ze een ruk aan mijn arm en trekt me op die manier richting het strijdgewoel. De boekenkasten en de werknemers maken abrupt plaats voor tientallen Marsmannetjes, die gezellig rondkrioelen.

Ik maak een verschrikt piepgeluidje, waardoor de aandacht van de groengekleurde wezens als één persoon naar mij wordt gebracht. Grote, niet-knipperende zwarte ogen staren mij aan en daarna gaan ze in de aanval.

'Hieeejah!' De katachtige sissende sluipmoordenaar maakt een indrukwekkende salto over mij heen en slaat met haar staart heen en weer.

Ik doe langzaam een stapje achteruit en dan nog eentje, maar daar staat Jona Gold en die houdt mij tegen. Dat vind ik vrij onhandig, maar omdat ik altijd kan ontsnappen door middel van het loskoppelen van mijn kern – waarbij ik Drac helaas moet achterlaten – protesteer ik niet te hard.

GeoWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu